Nog veel onduidelijkheid over onderwijsgeld
Er blijft onduidelijkheid over bestedingen en resultaten in het onderwijs, concludeert de Rekenkamer woensdag. De Rekenkamer is daar al langer niet gerust op en heeft nu speciaal het passend onderwijs onder de loep genomen, waarmee kinderen die dat nodig hebben wat extra ondersteuning krijgen.
Ongeveer 72 procent van de uitgaven van het verantwoordelijk ministerie ging in 2016 als ‘lumpsum’ naar onderwijsinstellingen. Dat betekent dat ze dit geld naar eigen inzicht aan onderwijs mogen besteden en zich alleen op hoofdlijnen hoeven te verantwoorden. Een bedrag van 2,4 miljard ging als lumpsum naar passend onderwijs in het primair en voortgezet onderwijs.
„Hoewel een van de doelen van passend onderwijs was dat transparanter zou worden waaraan de gelden voor leerlingenondersteuning worden besteed, is het zicht op de besteding desondanks niet verbeterd”, zegt de Rekenkamer. En dat is hard nodig, aldus de organisatie. „Er zijn namelijk signalen dat de leerlingenondersteuning nog niet overal goed loopt.”
Door gebrekkig inzicht komen ongewenste ontwikkelingen mogelijk niet eens aan het licht, vreest het orgaan.