Hezbollah wordt weer overmoedig
In deze rubriek reflecteren buitenlandredacteuren van het RD op actuele gebeurtenissen in het nieuws. Nu: Hezbollah slaat weer dreigende taal uit richting Israël.
Israël moet zijn hart vasthouden. Want zijn militaire middelen zijn uitgeput en een volgende gewapende confrontatie zal zich binnen de grenzen van „bezet Palestijns gebied” afspelen.
Althans, als de we de leider van de Libanese Hezbollah moeten geloven. Hassan Nasrallah, de leider van de beweging, sloeg gisteren weer de nodige retoriek richting de Joodse staat uit.
Hij deed dat ter gelegenheid van de herdenking van Mustafa Badr al-Din. De militaire commandant van Hezbollah werd precies een jaar geleden gedood. Algemeen wordt aangenomen dat Israël hem heeft geliquideerd.
Nasrallah stak gisteren ook de draak met de Israëlische grensbewaking. Israël houdt de grens met Libanon nauwlettend in de gaten. Desondanks slaagde een Libanese burger er enkele weken geleden in de grens lopend over te steken en 10 kilometer op Israëlisch grondgebied door te dringen, tot in het noordelijke plaatsje Kiryat Shmona.
Nu moeten uitspraken van Nasrallah doorgaans met een korreltje zout worden genomen. Want het enkele feit dat een burger één keer aan de aandacht van de grensbewaking is ontsnapt, wil nog niet zeggen dat de Israëlische grens zo lek als een mandje is. En de leider van Hezbollah weet ook heel goed over welke massieve vuurkracht het Israëlische leger beschikt als het over een militaire confrontatie gaat. Dat heeft de laatste Libanonoorlog (2006) wel bewezen. Een groot deel van de Libanese infrastructuur werd toen in puin gelegd. En van de Hezbollahwijk in de hoofdstad Beiroet was vrijwel niets meer over.
Toch geven de dreigende uitspraken van Nasrallah wel reden tot zorg. Ze laten zien dat de beweging kennelijk weer aan zelfvertrouwen heeft gewonnen. De afgelopen jaren vochten Hezbollahstrijders zij aan zij met het Syrische regeringsleger tegen rebellen in het buurland. Daarbij zijn honderden –en mogelijk duizenden– strijders omgekomen. Lange tijd leek het er zelfs op dat het regeringsleger en Hezbollah het onderspit zouden delven.
Nu de troepen van Assad, met hulp van Syrië en Iran, steeds meer aan de winnende hand zijn, kan ook Hezbollah weer enigszins op adem komen. Dat vertaalt zich dus blijkbaar direct in oorlogstaal richting aartsvijand Israël.
Natuurlijk is het Israëlische leger geen partij voor Hezbollah. Maar Israël maakt zich wel degelijk zorgen. Hezbollah heeft naar schatting tussen de 100.000 en 200.000 raketten die zij op de Joodse staat kan afvuren. Tegen die hoeveelheden zal het Israëlische raketschild Iron Dome niet bestand zijn.
En de uitspraak van Nasrallah dat de volgende confrontatie zich in „bezet Palestijns gebied zal afspelen”, is zeker niet denkbeeldig. De Israëlische militaire top houdt er serieus rekening mee dat Hezbollahstrijders zullen proberen Israëlische dorpen in de noordelijke grensregio binnen te dringen.