Buitenland

Gambiaanse dictator „elimineerde ieder die in de weg liep”

In april 2016 martelden agenten Fatumata Jawara (29) zolang dat ze drie dagen in coma lag. Ze is een van de slachtoffers van de verdreven Gambiaanse president Jammeh die gerechtigheid eisen.

Lex Rietman
16 May 2017 17:47Gewijzigd op 16 November 2020 10:33
Gambianen demonstreren voor vervolging van de gewezen dictator Yahya Jammeh: ”Nee tegen schadeloosstelling, nee tegen straffeloosheid, nee tegen uitstel.” beeld AFP, Seyllou
Gambianen demonstreren voor vervolging van de gewezen dictator Yahya Jammeh: ”Nee tegen schadeloosstelling, nee tegen straffeloosheid, nee tegen uitstel.” beeld AFP, Seyllou

Fatumata Jawara barst in tranen uit als ze vertelt hoe ze Solo Sandeng nog hoorde schreeuwen: „Dood mij voor een beter Gambia, maar laat deze vrouw vrij!”

Onder een afdakje langs de weg in de Gambiaanse kustplaats Kotu luistert een vijftigtal toehoorders roerloos naar het relaas van de 29-jarige Jawara. Ze vertelt hoe ze in april vorig jaar in de hoofdstad Banjul werd opgepakt tijdens een demonstratie voor een eerlijke kieswet. Onder de demonstranten was Solo Sandeng, een prominent lid van de oppositiepartij UDP, de Verenigde Democratische Partij.

Fatumata Jawara vertelt hoe ze op het hoofdkwartier van de geheime politie gemarteld werd door gemaskerde mannen. Hoe ze Solo Sandeng hoorde schreeuwen en hoe ze drie dagen in coma heeft gelegen, haar lichaam bezaaid met verwondingen. Maar ze zegt niet dat ze verkracht is.

Dat hoeft ook niet. Iedereen hier weet het. Want het gehoor van Jawara bestaat uit slachtoffers van de dictatuur van Yahya Jammeh. Zij weten uit eigen ervaring hoe de National Intelligence Agency (NIA), de geheime politie van de verdreven president, tekeerging tegen de oppositie.

Uitlevering

Voor de slachtoffers en hun familie is dit een belangrijke dag. Voor het eerst na 22 jaar Jammeh komen ze in het openbaar bijeen. Onder de naam ”Comité voor de slachtoffers van Jammehs wreedheden” presenteert hun pas opgerichte burgerbeweging zich nu aan de buitenwereld.

Een paar maanden geleden zou deze bijeenkomst ondenkbaar geweest zijn, en in ieder geval levensgevaarlijk. President Jammeh, die sinds de staatsgreep van 1994 het kleine West-Afrikaanse land met harde hand geregeerd had, weigerde aanvankelijk op te stappen na zijn verkiezingsnederlaag van 1 december. Eind januari vertrok hij uiteindelijk toch, onder druk van een interventiemacht van de gemeenschap van West-Afrikaanse staten Ecowas. Met de aanstelling van de nieuwe president Adama Barrow werden de democratische vrijheden hersteld.

Nu eisen de slachtoffers van Jammeh gerechtigheid. Er moet een onafhankelijke onderzoekscommissie komen die de schendingen van de mensenrechten onderzoekt. De leden van de beruchte speciale politie-eenheid ”junglers” moeten opgespoord en gearresteerd worden, net als de geheim agenten die betrokken zijn geweest bij de politieke moorden en verdwijningen onder Jammeh. En Equatoriaal-Guinea, waar Jammeh zijn toevlucht zocht, zou hem moeten uitleveren.

Of dat gaat gebeuren is nog de vraag. Equatoriaal-Guinea heeft geen uitleveringsverdrag met Gambia. Uitlevering van Jammeh lijkt daarom vooralsnog niet erg waarschijnlijk, tenzij de internationale gemeenschap de nodige druk uitoefent.

Hoe dan ook, woordvoerder Usainu Mbenga van het slachtoffercomité vindt dat Jammeh niet door het Internationaal Strafhof in Den Haag berecht moet worden, maar in Afrika. „Het liefst in Gambia”, zegt hij. „Want hier heeft Jammeh zijn misdaden begaan. We moeten laten zien dat we onze problemen zelf kunnen oplossen. Dat de beste garantie om herhaling te voorkomen.”

Veel slachtoffers hebben een trauma opgelopen. Hun woorden maken duidelijk dat de wonden nog lang niet geheeld zijn. De 18-jarige zoon van Solo Sandeng zegt dat hij pas twee maanden geleden opgehouden is met huilen. Het lichaam van zijn vader werd toen gevonden in een clandestien graf op het strand van Tanji, niet ver van de populaire toeristenresorts.

Dan spreekt een jonge vrouw de aanwezigen toe. Ze koestert wrok. Ook zij heeft haar vader verloren en vindt dat Jammeh behandeld zou moeten worden „als het beest dat hij voor ons is geweest.”

Geen wraakacties

Kort na zijn aantreden kondigde president Adama Barrow de oprichting aan van een commissie voor waarheid en verzoening. Gambia zou zijn verleden moeten verwerken naar het voorbeeld van het Zuid-Afrika van na de apartheid. Oftewel opheldering en berechting van de misdaden van het oude regime en herstel voor de slachtoffers, maar geen ongecontroleerde wraakacties.

Sinds het vertrek van Jammeh komen er bijna dagelijks nieuwe zaken aan het licht, vooral over het lot van de talrijke vermisten. Hoofdredacteur Sam Sarr van de krant Foroyaa (Vrijheid, LR) volgt de zaken nauwgezet. Op het computerscherm in zijn werkkamer in Gambia’s grootste stad Serekunda laat hij foto’s zien van een opgraving. „Deze graven zijn gisteren blootgelegd in de bush”, zegt hij. Het gaat om de lichamen van twee militairen. Een jaar geleden werden ze gearresteerd en sindsdien is er niets meer van hen vernomen.

Behalve kritische journalisten en leden van de oppositiepartij UDP behoorden militairen tot de favoriete doelwitten van Jammehs repressie. Is dat niet vreemd voor een dictator die zijn macht baseert op het leger en de politie? „Jammeh elimineerde iedereen die hem in de weg stond”, zegt Sam Sarr laconiek. „Of van wie hij dat vermoeden had.”

Niemand weet hoeveel slachtoffers het regime van Jammeh de voorbije 22 jaar precies gemaakt heeft. Gerechtelijk onderzoek zal daar de komende maanden opheldering over moeten bieden. Maar volgens Usainu Mbenga van het slachtoffercomité zijn er ten minste 200 mensen vermoord en worden er zeker 100 vermist. Dat zijn flinke aantallen op een bevolking van 1,9 miljoen.

Mentaliteitsverandering

Hoofdredacteur Sam Sarr van Foroyaa wijst op een andere groep slachtoffers die moeilijk op te sporen is. „Veel mensen die opgepakt en gemarteld zijn, durven daar niet over te praten”, zegt hij. Die angst is nu grotendeels verdwenen, net als Jammeh en zijn ministers. Maar er is volgens Sarr nog veel werk te doen.

Een deel van de oude kliek –ambtenaren, militairen, politieagenten– is vervangen. En deze week stuurde president Barrow ook de baas van de centrale bank de laan uit, verdacht van hand-en-spandiensten voor Jammeh bij het wegsluizen van miljoenen dollars aan overheidsgeld naar het buitenland. Toch is vervanging onvoldoende, vindt Sarr. Voor een „effectieve verandering” zijn volgens hem berechting en diepgaande hervormingen onontbeerlijk. Maar er is een begin. Acht leden en topman Yankuba Badjie van de geheime dienst NIA staan inmiddels terecht voor de dood van Solo Sandeng.

„Gambia heeft een mentaliteitsverandering nodig”, zegt Sam Sarr. „De machthebbers moeten leren dat ze niet zomaar kunnen doen waar ze zin in hebben.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer