Milieuorganisaties reageren verdeeld op besluit pulsvisserij
Milieuorganisaties reageren verdeeld op het aan banden leggen van de pulsvisserij (elektrisch vissen) door de Europese visserijministers. Greenpeace vindt het een teken dat de puls nog niet het stempel ”duurzaam” verdient, Stichting De Noordzee noemt het „een dom besluit.”
De Europese Raad besloot donderdag dat Nederland slechts 5 procent van de boomkorvloot mag uitrusten met puls. Dat komt neer op 22 kotters. Nu zijn er dat 84, waarvan de meeste op een ontheffing die in 2019 afloopt.
De vissers zijn woedend en ook staatssecretaris Van Dam (Economische Zaken), die zich in Brussel hardmaakte voor de puls, is teleurgesteld. Visserijbiologe Irene Kingma kan dat begrijpen. „Ik vind het een dom besluit. Of je nu wel of niet van puls houdt, zó mag je niet met innovaties omgaan. Dan gooi je het kind met het badwater weg.”
Kingma is directeur van de Nederlandse Elasmobranchen Vereniging, een organisatie die haaien en roggen wil beschermen, en reageert ook namens Stichting De Noordzee. Deze twee organisaties zitten regelmatig met de visserijsector om tafel. Ze wijst erop dat vissers fors hebben geïnvesteerd. „Hun bedrijven zijn erop ingericht. Je kunt nu niet simpel zeggen: Pech gehad. Dan zijn de vissers niet meer bereid om te innoveren en daar is niemand bij gebaat.”
Omschakeling
Kingma vindt de puls „een stap op weg naar een duurzamere visserij.” Elektrisch vissen is immers selectiever, gaat met minder CO2-uitstoot gepaard en beroert de zeebodem minder dan vissen met de traditionele boomkor. „Maar ik vind wel dat Nederland te hard van stapel gelopen is met de omschakeling naar puls. Het is nog niet bekend of er op lange termijn negatieve effecten op het leven in zee zijn. Daar loopt onderzoek naar, waar de vissers trouwens aan meewerken.”
Frederieke Vlek, campagneleider oceanen bij Greenpeace, een milieuorganisatie die met de kottervissers op voet van oorlog verkeert, heeft dezelfde kritiek. „De Nederlandse overheid heeft de afgelopen jaren helemaal ingezet op de puls. Dat is te voorbarig geweest. Dat Europa Nederland nu terugfluit, zien wij als een uitdaging om nog harder te werken aan een duurzame visserij en om ook naar andere oplossingen te zoeken dan alleen de puls.”
Vlek weigert om de pulsvisserij duurzaam te noemen, zolang de langetermijneffecten niet bekend zijn. „Ik geef toe dat de kotters minder brandstof verbruiken. Maar als het gaat om selectiever vissen is puls misschien een onderdeel, maar zeker niet de enige mogelijkheid. Handlijnvissen bijvoorbeeld, met een hengel, is de meest selectieve manier van vissen. Er zijn vissers op zeebaars die daar een boterham mee verdienen.”
Aanlandplicht
Vlek erkent dat dit een extreem voorbeeld is. „Maar ook de kottervisserij kan nog stappen zetten. Er zal hoe dan ook selectiever gevist moeten worden vanwege de Europese aanlandplicht.”
Moeten de vissers straks weer teruggrijpen op de boomkor? „Dat zou een achteruitgang kunnen zijn”, zegt Vlek aarzelend. Ze wil echter niet zonder meer van een achteruitgang spreken „omdat nog niet zeker is of de puls een vooruitgang is zolang de nog openliggende vragen niet beantwoord zijn.”