Diaken barst in snikken uit: Hier zit iemand met stille armoede
Voor veel mensen die kampen met stille armoede is de drempel naar een diaconie hoog. Een diaconaal vertrouwenspersoon –bereikbaar via een gratis telefoonnummer– kan eraan bijdragen dat ze toch hulp zoeken.
Tientallen keren gaf Egbert Fokkema (70), voorheen medewerker van de diaconale organisatie Kerk in Actie binnen de Protestantse Kerk in Nederland, voorlichting over armoede. Hij herinnert zich een avond voor diakenen in Friesland. „Toen ik sprak over mensen die in stille armoede leven, barstte een van de diakenen in snikken uit en zei: Hier zit er één. Het was iemand die door allerlei tegenslagen diep in de schulden zat, zonder dat zijn medediakenen dat wisten. Mensen spraken daar niet over.”
Fokkema werkte bijna twintig jaar als voorlichter voor de christelijke hulporganisatie ZOA, voordat hij in 2001 overstapte naar het landelijk dienstencentrum van de huidige Protestantse Kerk in Nederland. Daar voerde hij via Kerk in Actie diverse projecten uit. Een daarvan betrof het opzetten van een proefproject om hulp te bieden bij stille armoede.
In 2009 ging de geboren Fries aan de slag in Noordoost-Friesland: Achtkarspelen, Dongeradeel, Dantumadeel en Kollumerland. Ook de organisatie de Arme Kant van Friesland was bij het initiatief betrokken. „De gedachte leefde dat er in die regio relatief veel mensen met stille armoede waren. Het is, zeker in een kleine dorpsgemeenschap, een hele stap om bij een diaconie aan te kloppen. Diakenen liepen met de vraag hoe ze de nood boven tafel konden krijgen.”
Huis aan huis
Fokkema bezocht in enkele maanden 44 protestantse diaconieën in Noordoost-Friesland om zicht te krijgen op wat er gebeurde op diaconaal terrein en hoe dit kon worden versterkt. Uiteindelijk bedacht hij het concept van de diaconaal vertrouwenspersoon (dvp), bij wie mensen van binnen en buiten de kerk met hun problemen kunnen aankloppen.
Met bijdragen van de 44 diaconieën, de betrokken gemeenten en de provincie Friesland ging de pilot in 2009 van start. De burgerlijke gemeente Kollumerland stelde een kamer in het gemeentehuis ter beschikking waar de dvp mensen kon ontvangen. „Een gemeentehuis is een neutrale plek waar mensen met allerlei vragen binnenlopen.”
Tjitske van der Meer, die ruime ervaring had met schuldhulpverlening in onder meer Friesland, werd aangesteld als dvp. Mensen konden haar bereiken via een gratis 0800-nummer. Fokkema: „We kozen daar bewust voor omdat de nood voor sommigen zo groot was dat ze geen telefoonkosten konden maken. Het nummer was twintig uur per dag bereikbaar. Als Van der Meer er niet was, werd het doorgeschakeld naar een diaken in de regio.”
Diakenen brachten de dvp onder de aandacht door in diverse plaatsen huis aan huis aan te bellen en een ”kanskaart” aan te bieden. Hierop konden bewoners aankruisen met welke nood ze te maken hadden en hoe ze daarbij geholpen wilden worden. „De diakenen deden dit in een andere plaats dan waar ze zelf woonden, omdat dit beter werkt dan wanneer ze bij bekende dorpsgenoten op de stoep stonden.”
Al snel wisten vele tientallen bewoners de weg naar de dvp te vinden. Na telefonisch contact bezocht zij mensen aan huis of ontving ze hen in het gemeentehuis van Kollum. „Ze kreeg te maken met dieptrieste situaties van personen van wie je niet zou verwachten dat ze ernstig in de problemen zaten. Het kwam voor dat mensen die diep waren weggezakt in een moeras van schulden zeiden: Als u er niet was geweest, hadden we een eind aan ons leven gemaakt.”
Digitale formulieren
De dvp hielp problemen in kaart te brengen. Zo nodig verwees ze door naar organisaties die ondersteuning bieden op het gebied van wonen, verslavingszorg of schuldhulpverlening. Ook wees ze mensen op financiële regelingen waarop ze aanspraak konden maken en hielp ze degenen die niet goed met een computer of internet overweg konden bij het invullen van digitale formulieren. Voor dat laatste schakelde ze via de diaconieën ook vrijwilligers in.
Na drie jaar was het nut van de dvp ruimschoots bewezen, stelt Fokkema. Hij betreurt het dat er onvoldoende geld was om het project te verlengen. „Op vrijwillige basis is Van der Meer nog steeds actief, maar op veel kleinere schaal. Het project SchuldHulpMaatje heeft door de pilot wel een enorme impuls gekregen. En diakenen zijn inmiddels beter getraind om zelf problemen te signaleren.”
Fokkema is ervan overtuigd dat het concept van de dvp ook elders in het land met succes kan worden toegepast. Recent gaf hij er voorlichting over tijdens een regionale bijeenkomst van het Knooppunt Kerken en Armoede in Meppel. Op 1 juni verzorgt hij er op een regioavond in Deventer-Colmschate eveneens een workshop over.
Hoewel hij van tijd tot tijd de vraag krijgt om meer informatie over het concept, kent hij geen voorbeelden van plaatsen waar de dvp inmiddels zijn intrede heeft gedaan. Hij erkent dat een min of meer vergelijkbare benadering onder een andere naam kan plaatsvinden, door bijvoorbeeld een diaconaal opbouwwerker. „Belangrijk is in ieder geval dat er een doortastende professionele kracht beschikbaar is die er werk van maakt om stille armoede boven tafel te krijgen. Met alleen vrijwilligers red je dit niet. En de aanduiding vertrouwenspersoon blijkt goed over te komen.”
Wat drijft Fokkema, die ook geregeld voorgaat in kerkdiensten, om als gepensioneerde betrokken te blijven bij hulp rond armoede? „Ik heb veel mensen in nood gezien, ver weg en dichtbij. Dat laat me niet los. Zolang ik dat kan, wil ik me voor hen blijven inzetten.”