Zondag, dierbaar geschenk
Titel:
”Het dierbaarste geschenk. Uit het leven van ds. J. van Prooijen”
Auteur: J. M. Vermeulen
Uitgeverij: De Groot Goudriaan, Kampen, 2001
ISBN 90 614078 42
Pagina’s: 291
Prijs: € 20,42. Opnieuw een superlatief in de titel van een nieuw boek van J. M. Vermeulen. Het betreft een biografische schets over de oud gereformeerde predikant J. van Prooijen. Na portretten die Vermeulen samenstelde over de oud gereformeerde predikanten Mieras, Gebraad, Toes, Blaak, Van der Poel en Smits, is dit de zevende in de rij.
De voorgaande titels -het grootste wonder, het krachtigste wapen, het kostelijkste sieraad, het schoonste getuigenis, het wonderlijkste wonder en het treffelijkste werk- deden vermoeden dat er opnieuw een superlatief op de kaft zou prijken. Dat is het geval. Met ”Het dierbaarste geschenk” wil de schrijver de grote betekenis van de zondag als de dag des Heeren tot uitdrukking brengen.
Het is niet verwonderlijk dat dit aspect in de titel naar voren komt. Van Prooijen was de oprichter van de Nederlandse Vereniging tot Bevordering van de Zondagsrust en Zondagsheiliging. Jarenlang heeft hij deze vereniging gediend als voorzitter. Veel werk is verzet, met name in de eerste periode. In zijn functie als voorzitter van de vereniging heeft hij veel bezoeken afgelegd bij bedrijven en gemeenten waar de zondagsrust in het geding was. Een hoogtepunt was het bezoek op kasteel Drakensteyn. Prinses Beatrix en prins Claus ontvingen ds. Van Prooijen en de heer Van den Brandhof. Ze werden in de gelegenheid gesteld de bijbelse opvatting over de zondag naar voren te brengen. De geplande tien minuten liepen uit tot een uur.
Ook op andere gebieden kwam de maatschappelijke betrokkenheid van ds. Van Prooijen tot uiting, zoals het lidmaatschap van de gemeenteraad te Ede voor de SGP. In dat opzicht vormde ds. Van Prooijen een uitzondering. Immers, de meeste oud gereformeerden blonken en blinken niet bepaald uit door organisatorische ambities.
Vriendelijk herinneringsboek
”Het dierbaarste geschenk” is voor een deel gebaseerd op een door ds. Van Prooijen vervaardigde levensschets. Hierin komt zijn bekering duidelijk naar voren. Tijdens een socialistische 1-mei-viering in Antwerpen op zondag werd hem de rust opgezegd. Hij leerde twee zaken met ernst inleven: „Dat in Christus voor mijn ziel het leven is, en buiten Christus de dood.” Na omzwervingen op het eiland Flakkee vestigde het gezin Van Prooijen zich in verband met de gezondheidstoestand van een dochter in Ede. Daar ontstonden weldra contacten met de oud gereformeerde gemeente, die vanaf 1955 bediend werd door ds. J. van der Poel.
De weg van Van Prooijen leidde tot het predikambt. In drie plaatsen heeft hij gestaan: Grafhorst, Stavenisse en Rhenen. Als gevolg van geheugenverlies was hij de laatste jaren van zijn leven niet meer in staat voor te gaan. Door de vele foto’s en de kaderteksten in het boek komt de persoon van ds. Van Prooijen helder naar voren. Vooral mensen die hem persoonlijk hebben gekend, zullen veel in dit boek terugvinden en herkennen. Dat aspect is een van de sterke punten uit de boeken van Vermeulen.
Anderzijds kun je niet zeggen dat dit boek geschiedschrijving is. Het bevat een aantal gegevens van de hoofdpersoon, van de gemeenten die hij diende en van personen, vooral predikanten en ouderlingen, met wie hij veel omging. En verder royale citaten van preken, toespraken op massale bijeenkomsten van de Mbuma-zending, openingswoorden ter gelegenheid van jaarvergaderingen van de Vereniging voor de Zondagsrust enz. Soms bekruipt de lezer het gevoel of het niet allemaal te mooi, te uitvoerig en te veel is. Als je de vier foto’s bekijkt van het interieur van de kerk in Rhenen, vraag je je af of dit nodig was. Ook van de opstelling van de preekstoel in de kerk van Stavenisse, de lessenaar voor de voorlezer en de leesstoel voor de ouderling die de preek tijdens de leesdiensten leest, zijn twee foto’s afgedrukt.
Hetzelfde geldt voor de gegevens uit de notulen van de kerkenraad. De schrijver vermeldt bijvoorbeeld dat in 1982 tijdens een ledenvergadering van de gemeente te Rhenen besloten werd de katheder weer in het midden te zetten, omdat de voorlezer dan beter verstaanbaar was. Zulke informatie is weinig of niet functioneel. Mede door het ontbreken van een zekere vorm van kritische distantie overstijgt dit werk niet het niveau van een vriendelijk herinneringsboek. Maar wellicht is het als zodanig bedoeld.