Hard oordeel over cultuur NFI
Er is veel mis met de omgangsvormen en de cultuur op het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) in Den Haag. Bij het NFI, dat informatie levert voor onderzoek naar misdrijven, bestaat onder meer een grote kloof tussen personeel en leidinggevenden.
Dat stellen twee onderzoeksbureaus vast die het instituut op diens verzoek onder de loep hebben genomen. Medewerkers van het NFI voelen zich vaak onveilig, concluderen Andersson Elffers Felix (AEF) en INK in hun woensdag verschenen rapport. Er heerst achterdocht, er wordt geroddeld en geruzied. Van samenwerken komt het nauwelijks omdat het instituut wordt bevolkt door eigenheimers en tal van aparte koninkrijkjes kent.
Onder het personeel is de directie de gebeten hond, met algemeen directeur Reinout Woittiez als voornaamste kop van Jut. Woittiez trok twee maanden geleden al zijn conclusies en besloot op te stappen. Het NFI werkt te formeel en de leiding spreekt te veel machtswoorden, concluderen AEF en INK.
Ook aan de aansturing door het ministerie van Veiligheid en Justitie schort van alles. Het NFI is een bezuiniging in de maag gesplitst en verder aan zijn lot overgelaten. Minister Stef Blok heeft nu zijn hoop gevestigd op een interim-manager, die de aanbevelingen van de onderzoekers moet uitvoeren en het instituut stevig op de schop moet nemen.
Omdat het personeel het NFI en het werk wel een erg warm hart toedraagt, zijn AEF en INK toch hoopvol over de toekomst. Maar er moet dan wel veel veranderen. Gemakkelijk is dat niet, waarschuwen ze. Het eigengereide optreden van medewerkers en het wantrouwen jegens de leiding hangt ook samen met het werk en is al jaren eigen aan het NFI.