Predikantendag BNP in het teken van lutherse avondmaalsviering
De lutherse traditie van het heilig avondmaal kan volgens prof. dr. Leo Koffeman een goede invloed hebben op de gereformeerde. „De spiritualiteit kan een grotere rol spelen.”
De emeritus hoogleraar kerkrecht en oecumene aan de Protestantse Theologische Universiteit (PThU) sprak dinsdag tijdens de drukbezochte jaarlijkse predikantendag van de Bond van Nederlandse Predikanten (BNP). De bond, die bijna 3000 leden telt, is beroepsvereniging en belangenbehartiger van predikanten in verschillende Nederlandse kerken.
De bijeenkomst in De Schakel in Nijkerk stond in het teken van de Reformatieherdenking dit jaar. Het thema was: ”Met Luther aan tafel. Avondmaalsviering in Luthers perspectief”. Hierbij hoorde niet alleen een lezing maar ook de viering van het avondmaal op lutherse wijze in een dienst.
Tijdens de Reformatie waren er heel verschillend gedacht over het avondmaal, legde prof. Koffeman uit, niet alleen tussen rooms-katholieken en luthersen maar ook tussen luthersen en gereformeerden. Momenteel zijn de standpunten van rooms-katholieken en luthersen elkaar dicht genaderd, aldus de hoogleraar. „De kerken zijn het eens over de werkelijke aanwezigheid van Christus. Het verschil zit vooral in de ambtsvraag, in de zienswijze over de kerkelijke bedienaar. Als die vraag niet aan de orde was, zou er genoeg overeenstemming bestaan om tot een gezamenlijke maaltijd des Heeren over te gaan.”
Terwijl de luthersen geloofden dat Christus werkelijk aanwezig was in de tekenen van brood en wijn, leerden de gereformeerden dat Christus op geestelijke wijze tegenwoordig was. Ook in de dialoog tussen luthersen en gereformeerden zijn er vorderingen gemaakt, zei prof. Koffeman. Hij verwees naar de Leuenberger Konkordie (1973), een overeenkomst tussen gereformeerden en lutheranen, waarin de presentie van Christus bij het avondmaal niet langer als kerkscheidend wordt gezien.
De hoogleraar vroeg zich af wat de lutherse traditie kan betekenen voor de gereformeerde. Hij wees erop dat Calvijn bijzondere nadruk legde op de spiritualiteit, de geestelijke tegenwoordigheid van Christus tijdens het avondmaal. Dat element is volgens hem voor een goed deel verdwenen in de gereformeerde avondmaalsdiensten, die vooral de gedachtenis aan Christus beklemtonen.
Prof. Koffeman pleitte ervoor om de spiritualiteit meer plek te geven. „In het avondmaal wordt iets van het mysterie zichtbaar. De verborgenheid is aanwezig in het gewone. Gewoon brood en gewone wijn worden door God gebruikt.”
Hij pleitte ook voor eenheid tussen taal en teken. De taal moet volgens hem minder uitleggend en meer beeldend zijn. „De neiging van protestanten om alles uit te leggen kan dodelijk zijn voor de beleving van het avondmaal.”
Bij de bediening van het avondmaal tijdens een dienst gingen voor: de bestuursleden ds. Susanne Freytag, lutherse predikant, en ds. Liuwe Westra, predikant van de protestantse gemeente Burgwerd-Hartwerd-Hichtum.
Vooraf legde ds. Freytag een aantal verschillen uit. Die betreffen niet alleen de presentie van Christus in brood en wijn maar ook de lutherse wisselzang, voorafgaand aan de viering. Verder krijgen lutherse gelovigen de beker en het brood aangereikt met de woorden: „Christus voor u geleden”, waarop de gemeenteleden antwoorden met „amen.”
Avondmaalsmijding is niet aan de orde in lutherse gemeenten. „Er is geen reden om weg te blijven. We hebben allemaal vergeving nodig.” De overdenking van ds. Freytag was naar aanleiding van Jesaja 55:1-3, over het kopen voor niets.