„Illegale teelt blijft bij ander wietbeleid”
Aan de illegale teelt van cannabis zal waarschijnlijk weinig veranderen als de overheid het huidige gedoogbeleid versoepelt of inperkt. Dat stellen ambtenaren van de ministeries van Volksgezondheid en Veiligheid en Justitie, die drie scenario’s voor de toekomst van het Nederlandse cannabisbeleid onder de loep namen.
In het eerste scenario wordt zowel de verkoop als de teelt gereguleerd, in het tweede wordt het huidige gedoogbeleid voor coffeeshops uitgebreid naar telers. Het laatste scenario betreft een totaal verbod, op zowel de verkoop als de teelt.
Bij alle drie de toekomstbeelden verwachten de ambtenaren maar een beperkt effect op de illegale teelt. In de huidige situatie, waarin het verbouwen van wiet illegaal is, gaat maar een beperkt deel van de oogst naar coffeeshops. Het leeuwendeel van de productie is voor de export bedoeld.
Met een verbod zou enerzijds de werklast voor instanties die nu toezicht houden dalen, structureel zou dat 1 miljoen euro opleveren. Anderzijds zou alles zich voortaan in het illegale circuit afspelen, met waarschijnlijk meer overlast door illegale straathandel. Als ervoor wordt gekozen dit stevig aan te pakken zou dat weer extra kosten voor handhaving en vervolging met zich meebrengen.
In februari stemde een meerderheid in de Tweede Kamer voor het gedogen van cannabisteelt. Maar volgens de ambtenaren brengt dat scenario nou juist de meeste onzekerheid met zich mee, omdat het in tegenstelling tot de andere twee niet gepaard zou gaan met nieuwe wetgeving.
Hoewel de ambtenaren er geen bedragen of andere cijfers aan verbinden lijkt het reguleringsscenario een flinke hoeveelheid extra werk op te leveren, vooral als er strikt wordt gehandhaafd en gecontroleerd.
Zo zouden er voor zowel telers als verkopers kwaliteitseisen worden gesteld, waarop moet worden gecontroleerd. Ook vindt er in dit scenario bij elke oogst een controle van de cannabis plaats, zeven of acht maal per jaar. Om een vergunning te krijgen in dit scenario moeten telers en verkopers jaarlijks een gedetailleerde boekhouding kunnen overleggen, goedgekeurd door een accountant.