Het OM zegt tevreden te zijn over de effecten van de misdaadbestrijding in 2016, zoals het afpakken van met misdrijven verdiend geld en het aanpakken van bendes. Vorig jaar werden 1369 misdaadgroepen aangepakt, vierhonderd meer dan de bedoeling was. Er liepen 2081 opsporingsonderzoeken naar georganiseerde criminaliteit.

Minder goed ging het met het opsporen van cybercrime. Tevens werden minder woninginbraken en straatroven opgelost dan waarnaar werd gestreefd.

Desondanks zijn vrijwel alle doelstellingen gehaald, zegt Herman Bolhaar, de vertrekkende voorzitter van het College van procureurs-generaal. In het jaarverslag stelt hij dat het OM „met talloze strafzaken heeft bijgedragen aan een rechtvaardiger en veiliger Nederland”. Daarin wordt ook gewezen op de versterking van de positie van slachtoffers in het strafproces. Vorig jaar werden 103.000 slachtoffers daarin begeleid.

De opsporingsautoriteiten kregen verder te maken met meer gevallen van discriminatie, 351 meldingen ten opzichte van de 290 in 2015. Daartoe worden ook mishandelingen gerekend vanwege iemands huidskleur of seksuele geaardheid.

Verder zijn vorig jaar bijna vierhonderd strafrechtelijke onderzoeken ingesteld in verband met terrorisme en radicalisering. In 55 gevallen is na onderzoek vervolging ingesteld tegen een verdachte van terrorisme of gewelddadig jihadisme.

Het OM kreeg vorig jaar 254.000 misdrijven op zijn bordje.