Bevrijding van Duitse bezetter is fundament onder herdenking
Bevrijdingsdag is bedoeld als dag van vreugde omdat ons volk herdenkt dat het in 1945 werd verlost van de bezetter en Nederland sindsdien vrij is. In de loop der jaren is 5 mei echter vooral onderwerp van debat en verschil van mening geworden.
Waarover werd en wordt al niet gediscussieerd? Over een uiteenlopend aantal onderwerpen: Moet 5 mei een vrije dag zijn of niet? Wie worden herdacht? Alleen de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog of ook anderen die zijn omgekomen in oorlogsomstandigheden? Moeten we op Bevrijdingsdag ook niet de miljoenen vluchtelingen herdenken? En, inmiddels ook, moeten we wel doorgaan met het vieren van Bevrijdingsdag nu de generatie die de Tweede Wereldoorlog heeft meegemaakt langzamerhand verdwijnt?
Al die vragen roepen de suggestie op dat men niet goed raad weet met de herdenking van de Bevrijding. Datzelfde gevoel bekruipt mensen als ze even dieper nadenken over de invulling van bevrijdingsfestivals. Men kan zich daarbij afvragen in hoeverre deze feesten nog herinneren aan de Bevrijding in 1945.
Toch is het juist van belang dat die gebeurtenis centraal staat op Bevrijdingsdag. Zonder de nood van vluchtelingen of het verdriet van oorlogsslachtoffers waar ook ter wereld te willen bagatelliseren, moet juist het bijzondere van de verlossing van de nazi’s in 1945 het fundament blijven onder de herdenking. Toen kreeg Nederland weer de vrijheid na vijf jaar gezucht te hebben onder het Duitse juk, en sindsdien is ons land vrij. Wie verder terugkijkt in de geschiedenis weet dat zo’n lange periode heel bijzonder is. Dat moet zeker ook de jongere generatie beseffen.
Het stilstaan bij dat unieke feit geeft ruimte om ook te denken aan andere mensen uit verleden en heden die getroffen zijn door oorlogsgeweld: wij vrij, zij niet. Dat betekent dat op Bevrijdingsdag omgekomenen uit het verleden en mensen die nu in de knel zitten, niet vergeten worden. Maar zij staan niet op de voorgrond.
De vraag of 5 mei een vrije dag moet zijn, blijft een lastige. Gelet op het belang van het herdenken valt daar veel voor te zeggen. Wanneer dit echter ten koste gaat van een christelijke feestdag, hetzij tweede pinksterdag of Hemelvaartsdag, is aarzeling zeker terecht. Niet zozeer omdat het onderhouden van die dagen Bijbels gebod is. Dat is niet zo. Wel omdat juist die dagen bepalen bij de grond van de ware vrijheid.
Met Hemelvaartsdag herdenkt de christelijke kerk dat Christus naar de hemel voer om daar als Koning te gaan heersen. Door die heerschappij maakt Hij ruimte voor ware vrijheid. Met Pinksteren wordt de uitstorting van de Heilige Geest herdacht. Die troost mensen. De bekende dichter Guido Gezelle begreep dat vrijheid niet zonder de nabijheid en troost van de Heere kan. Hij schreef: „Wilt ge echte vrijheid, vlucht de wereld en zoekt God.”
Wie die vrijheid kent, zal in de huidige wereld vol dreiging van geweld en terreur ook niet beheerst worden door angst. Wie werkelijk beseft dat echte vrijheid veilig bewaard wordt in Gods handen, is niet bang voor de vijand, maar weet zich door genade geborgen.