Partij voor boze burger is van alle tijden
Dat nieuwe partijen ontstaan uit maatschappelijk onbehagen, is geen nieuwe trend, stelt Bert Luijendijk. En als de geschiedenis iets leert, dan is het wel dat de boze burger zich prima voegt naar het politieke systeem.
Aan de Tweede Kamerverkiezingen hebben naast de bestaande traditionele partijen diverse nieuwe partijen deelgenomen. Deze worden regelmatig aangeduid als partijen voor de ”boze burger”. Politicoloog André Krouwel spreekt zelfs van een „mobilisatie van boosheid”, om te vervolgen: „Het Nederlandse politieke systeem blaast zichzelf op met woede.” Deze mobilisatie van boosheid concentreert zich volgens Krouwel bij PVV, Forum voor Democratie, SP, 50PLUS, Partij voor de Dieren en DENK. De ontwikkeling leidt in zijn optiek alleen maar tot nog meer ongenoegen.
Maar is het verschijnen van nieuwe partijen dan zo nieuw? Zijn de meeste zogenoemde traditionele partijen die al vele decennia bestaan, juist niet ontstaan vanwege onbehagen?
Neem het ontstaan van de ARP, opgegaan in het CDA. De politieke strategie van ARP-oprichter Abraham Kuyper was de antithese, het bewerkstelligen van een politieke scheidslijn tussen confessionele partijen enerzijds en seculiere partijen anderzijds. Het strijdpunt, de schoolstrijd, was de gelijkstelling van het openbaar en het bijzonder onderwijs. Boze burgers in actie…
Een aantal bevindelijk gereformeerden uit de ARP splitste zich in 1918 af om vervolgens de SGP op te richten. Zij waren het niet eens met de in hun ogen minder principiële koers van de ARP. Boze mensen die een nieuwe partij stichtten, die in 2018 honderd jaar bestaat.
Wilders splitste zich in 2004 af van de VVD door onder meer onenigheid over de mogelijke toetreding van Turkije tot de Europese Unie. De kersverse PVV noemde bij de eerste Tweede Kamerverkiezingen waar zij aan meedeed het „nieuwe realisme” als haar ideologie. „Een nieuw en sterker liberalisme met meer aandacht voor cultuur, traditie en moraal.”
Opgeblazen
Een principiële opstelling, maar geldt zo’n partij die met twintig zetels in de Kamer is vertegenwoordigd dan ook als partij voor de boze burger? Met meer dan 1 miljoen stemmen?
En waren de oprichters van D66, destijds ongerust over de ”ernstige devaluatie” van de democratie, eigenlijk ook geen boze burgers? De grondleggers waren ontevreden (is dat een eufemisme voor boos?) over het functioneren van het politieke systeem van dat moment en pleitten voor politieke vernieuwing en het democratiseren van het politieke stelsel. Deze partij bestaat ook alweer meer dan vijftig jaar. Deze ‘woede’ heeft evenmin het politieke systeem opgeblazen.
De VVD is zelfs een ‘boze’ afsplitsing van de PvdA. In 1947 stapte Pieter Oud samen met een aantal andere leden uit de PvdA en werd politiek leider van de VVD. Hij en velen met hem vonden dat de PvdA te veel een sociaaldemocratische koers wilde varen.
Nieuwe partijen ontstaan uit onbehagen. Dat was de vorige eeuw zo en dat is deze eeuw niet anders. Kiezers die zich niet langer vertegenwoordigd weten in de koers van de partij waar ze traditiegetrouw op stemmen.
Ja, de kiezers waren zeker ontstemd over de koers van de PvdA in de afgelopen kabinetsperiode en hebben dat laten zien door deze partij op 15 maart massaal de rug toe te keren.
Gelukkig dat onze democratie zodanig georganiseerd is dat veel van deze kiezers weer bij nieuwe partijen terechtkunnen. Stel je voor dat dat niet het geval was, dan zou je pas echt ”boze burgers” tegenkomen.
Voor de gemeenteraadsverkiezingen van 21 maart 2018 bereiden politieke partijen zich inmiddels voor. En ja, ook voor de gemeenteraadsperiode 2018-2022 zullen weer vele nieuwe partijen hun intrede doen die de inwoners, ongeacht hun gemoedstoestand, zullen vertegenwoordigen.
De auteur is gemeenteraadslid in Krimpen aan den IJssel voor de partij Stem van Krimpen.