De gifkogels werden dinsdag aangetroffen bij het afgelegen dorp La Salina, 260 kilometer ten noordoosten van Bogota, na confrontaties waarbij twee guerrillastrijders van de Revolutionaire Strijdkrachten van Colombia (FARC) waren gedood. Er werden ook wapens, handgranaten en radiozendapparatuur in beslag genomen.

De FARC is eerder beschuldigd van het aanbrengen van cyaankali op kogels, om die dodelijker te maken. Het is echter onduidelijk of er ooit soldaten door zo’n kogel zijn gesneuveld.

In september 2001 vonden vier agenten de dood in wat een gifgasaanval van de FARC werd genoemd. Overlevenden van de aanval zeiden dat de vier waren gestikt nadat guerrillastrijders bommen naar een politiebureau hadden gegooid die een donkere grijze rookwolk verspreidden. Bij een van de dodelijke slachtoffers werden sporen van cyaankali gevonden.

Een speciale vertegenwoordiger van de regering begon woensdag aan een bezoek aan het noordwesten van Colombia, waar 10 commandanten en 400 paramilitairen eerder deze maand een vrijstaat kregen toegewezen. Hiermee poogt men het vredesoverleg weer op gang te brengen. In de enclave, een gebied van 368 vierkante kilometer, mogen de rebellen zich vrij bewegen, zonder angst voor arrestatie of uitlevering aan de Verenigde Staten.

De paramilitairen grepen in de jaren ’80 naar de wapens om de strijd aan te gaan met linkse rebellen in gebieden zonder overheidsgezag. Zij voerden al gauw hun eigen oorlog, die zij financierden met drugshandel. Veel commandanten worden door de VS gezocht.