Binnenland

Op zoek naar het oorlogsverleden van opa Leen Hoogerwerf

Wat opa Leen Hoogerwerf in de oorlogsjaren als ‘gastarbeider’ in Duitsland had meegemaakt, daarover sprak hij nauwelijks. Historica en journalist Marianne Foncke dook als kleindochter aan de hand van twee fotootjes en summiere informatie in die periode.

Conno Bochoven
4 May 2017 08:35Gewijzigd op 16 November 2020 10:28
Historica en journalist Marianne Foncke met een foto van haar opa Leen Hoogerwerf.  beeld Marianne Foncke
Historica en journalist Marianne Foncke met een foto van haar opa Leen Hoogerwerf.  beeld Marianne Foncke

Foncke reconstrueerde het alledaagse leven van de vele Nederlandse oorlogsarbeiders en schreef het boek ”De oproep” (uitg. WalburgPers, Zutphen; ISBN 9789462491854).

Het begon als een privéproject, zegt Foncke. „Na het overlijden van opa, oma was enkele jaren eerder overleden, kwamen er twee fotootjes tevoorschijn met de aantekening ”Leen in Duitsland”. Dan gaan bij een historica de radertjes draaien. Waar zou dat zijn geweest? Hoe was het om als 18-jarige jongen te werk te worden gesteld in Duitsland? Zo ben ik gaan zoeken.”

Leen Hoogerwerf woonde in Vlaardingen. Hij kreeg in de winter van 1942/1943 de oproep om te gaan werken in Duitsland en keerde na de Bevrijding weer terug in z’n geboortestad. „Opa vertelde zelden iets over die tijd. Aantekeningen waren er niet. Er werd niet over de oorlog gesproken, zeker door oma niet. Die periode was voorbij en daar moest je het maar niet meer over hebben. Ik heb hem nooit over die tijd durven vragen. Aan het eind van zijn leven namen we hem een keer mee naar een scheepswerf in Delfshaven. Bij het zien van de houten kielen liet hij opeens wat los over Duitsland, waar hij als oorlogsarbeider en timmerman op de scheepswerf in Swinemunde dezelfde kielen maakte.”

Schoolschriften

Foncke had het geluk de memoires te vinden van twee mannen die op dezelfde scheepswerf gewerkt hadden. „Van één kreeg ik maar liefst elf schoolschriften vol aantekeningen. Verder verzamelde ik brieven, foto’s en krantenberichten. Zo kreeg ik een behoorlijk compleet beeld van die tijd. Wat ik vooral wilde beschrijven was hoe die mensen daar geleefd hebben en wat ze meemaakten: leuke en minder leuke dingen. Ze probeerden er het beste van te maken, ver van huis en met een ongewisse toekomst. Ik keek als het ware over de schouder van een 18-jarige jongen mee. Centraal staat weliswaar mijn grootvader, maar hij werd in het verhaal een van de velen. Ik heb het gevoel dat ik hun heel dicht op de huid zat.”

Officieel waren de jongemannen geen gevangenen, ze hadden zelfs rechten, kregen betaald en hadden verlofdagen, maar desondanks waren ze wel degelijk ver van huis verplicht tewerkgesteld door een vijandelijke macht. Het boek beschrijft alledaagse taferelen, zoals de viering van sinterklaas, uitstapjes, de levendige ruilhandel en het leven met elkaar in de barakken.

Na de oorlog komen Leen en vele andere Nederlanders na veel omzwervingen weer thuis. De ontvangst zullen ze zich anders voorgesteld hebben. „Ze kregen strenge politieverhoren en werden door velen met de nek aangekeken, als een soort landverraders. Dat stak hen lang.”

Tranen

Van het gezin is er nog één broer in Duitsland geweest, van twee anderen is dat onduidelijk. Het geeft aan hoe summier de informatie uit die tijd is. Foncke hoopt dat haar boek antwoorden geeft op vragen die kinderen en kleinkinderen nooit durfden stellen. Of Hoogerwerf trots zou zijn op het verhaal van z’n kleindochter? „O ja, de tranen zouden in z’n ogen springen, zo iemand was hij wel.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer