Schutte wil minder tegenwerking in vervolgonderzoek
Voormalig Kamerlid Schutte wil bij een vervolgonderzoek naar onderwijsinstellingen die sjoemelden met inschrijvingen van studenten, minder obstakels dan bij zijn eerste onderzoek. Dat is een van de voorwaarden die hij stelt aan staatssecretaris Nijs voordat hij een vervolgopdracht aanvaardt.
Schutte zei dat woensdag in een gesprek met leden van de Tweede Kamer. Zijn commissie stelde vast dat hogescholen en universiteiten voor 58 miljoen euro ten onrechte aan overheidsgeld ontvingen door creatief om te gaan met de inschrijving van studenten. Instellingen krijgen per ingeschreven studenten betaald.
Onder meer door verzet van de scholen heeft Schutte zijn onderzoek bij zeven instellingen niet kunnen afronden. Nijs heeft hem gevraagd dat alsnog te doen. Schutte heeft in principe al ja gezegd, maar stelt nu een aantal voorwaarden. „We moeten niet in dezelfde kuilen vallen waar we eerder in vielen."
Hij wil geen termijn voor zijn vervolgonderzoek, omdat instellingen dan precies weten hoe lang ze hem aan het lijntje moeten houden. „Dan hebben ze een instrument om het onderzoek opnieuw te traineren." Ook wil hij minder juridische tegenwerking. „Het moet niet zo zijn dat de HBO–raad opnieuw aan juristen gaat vragen naar manieren om onder het onderzoek uit te komen."
Het voormalige Kamerlid zei verder dat zijn commissie al vroeg in het onderzoek wist dat de huidige onderwijsminister Van der Hoeven bestuurslid was bij de Technische Hogeschool Rijswijk, een van de instellingen die volgens hem over de schreef is gegaan. Schutte noemde deze kennis niet van belang. „Het zou onjuist zijn geweest als de voortgang van ons onderzoek beïnvloed zou zijn door kennis over welke bekende Nederlanders bij de instellingen betrokken waren."
Van der Hoeven heeft haar eindverantwoordelijkheid voor de afwikkeling van de hbo–fraude inmiddels overgedragen aan minister Hoogervorst (Volksgezondheid).