Opinie

EU moet brexit aangrijpen voor grondige reorganisatie

Het was verrassend. De 27 EU-lidstaten die overblijven na de brexit van het Verenigd Koninkrijk waren het zaterdag binnen een kwartier eens over de onderhandelingsstrategie die moet leiden tot een definitieve scheiding tussen de Europese Unie en Groot-Brittannië. Natuurlijk waren daar vele dagen onderhandelingen op lagere niveaus aan voorafgegaan, maar toch.

Hoofdredactioneel commentaar
1 May 2017 13:19Gewijzigd op 16 November 2020 10:27
De Hongaarse premier Orban. beeld AFP, Olivier Hoslet
De Hongaarse premier Orban. beeld AFP, Olivier Hoslet

Duidelijk is dat de lidstaten vinden dat het Verenigd Koninkrijk geen gemakkelijke brexit mag krijgen. Er is in Brussel irritatie over het feit dat de Engelse premier May de scheiding van de EU nogal licht lijkt op te nemen. Ook het feit dat ze nu weer weken onderhandelingstijd verknoeit door het uitschrijven van verkiezingen valt bepaald niet goed in Brussel.

De Engelsen willen zo snel mogelijk gaan onderhandelen over de toekomstige handelsrelatie met de EU. Maar de Europese leiders willen eerst wat andere zaken regelen. De hoogte van de rekening van de scheiding, om maar eens iets te noemen. En ze willen praten over de positie van EU-burgers die nu in het Verenigd Koninkrijk wonen. Daarna kan er gekeken worden naar de manier waarop het uitgetreden EU-lid en de Unie de nieuwe handelsrelaties vorm kunnen gaan geven.

Nu lijkt de eenheid van afgelopen zaterdag tussen de Europese leiders erg mooi. En in Brussel proberen ze het eenheidsvertoon wat uit te buiten, omdat eenheid tussen de EU-leiders meestal ver te zoeken is. Maar wie ietsjes verder kijkt, weet dat de gedemonstreerde eenheid maar een heel dun laagje is aan de oppervlakte. Vooral de landen die het intensiefst handel drijven met het Verenigd Koninkrijk –Ierland, Nederland en Denemarken– willen voornamelijk inzetten op goede handelsrelaties in de toekomst. Er staat simpelweg te veel op het spel.

Andere landen willen vooral een voorbeeld stellen: als een EU-land wil vertrekken, moet dat economisch veel pijn doen.

En dan is er nog het gesteggel over hoe het moet met de EU-uitgaven na het vertrek van Engeland. Moet er bezuinigd worden, of moeten de overgebleven EU-landen het verlies van de Engelse inkomsten compenseren? En wie moet dan hoeveel extra betalen?

De Europese Unie zou er goed aan doen het vertrek van het Verenigd Koninkrijk aan te grijpen om de eigen organisatie flink te reorganiseren. En wat de begroting betreft, kan het niet anders dan dat minder leden ook minder uitgaven betekent. Zo simpel is het. Het is niet te verkopen aan de burgers dat de overblijvende EU-leden het gat in de begroting moeten compenseren dat het vertrek van het Verenigd Koninkrijk slaat.

Daarbij is het nu een uitgelezen moment om de bezem te halen door de Europese organisaties en instellingen waar niet zelden veel geld wordt vermorst.

Het is de hoogste tijd om te laten zien dat Brussel het anders wíl doen en gáát doen. Als de scheiding tussen de EU en Engeland leidt tot hogere bijdragen van andere lidstaten aan het Europese project, zal dat het sentiment bij de bevolking over de Europese Unie bepaald niet verbeteren. Met alle mogelijke gevolgen van dien.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer