Dankbaar na bewaring bij explosie vakantiehuisje
Dankbaarheid overheest. Marc en Carolien Huisman uit Oegstgeest wisten zaterdag de bewoners te redden uit een juist ontploft vakantiehuisje in Nunspeet. „Dapper? Nee, vanzelfsprekend.”
Zaterdagmorgen. De klok wijst ergens tussen half negen, kwart voor negen. Marc (42) en Carolien (41) Huisman zijn net de vorige avond met hun kinderen Noëmi (11) en Joëlle (9) aangekomen. Even een paar dagen er lekker tussenuit op camping De Vossenberg in Nunspeet.
Plotseling klinkt er een enorme knal over het vakantiepark. „Marc rende naar buiten, ik erachteraan”, vertelt Carolien. De aanblik van de ontplofte vakantiewoning naast hun huisje is triest. „Er zat geen pan meer op het dak, het huis stond scheefgezakt. De pui lag eruit.”
Carolien loopt terug naar binnen, stormt de trap van hun huisje op naar Noëmi en Joëlle. „Ik zei: Blijf binnen. Daar ben je veilig.” Marc snelt –op blote voeten– naar het huis van de buren. „Hij zag een kind in het huis liggen, die met haar been bekneld zat onder een balk.” De Oegstgeestenaar weet het kind te bevrijden.
Iets verderop in het huis ligt een jongetje onder een plafondplaat. Stil. Even later krabbelt hij er onderuit. Hun moeder staat verstijfd van schrik voor zich uit te kijken. In shock. Ze kan geen woord uitbrengen. „Ze vertelde later dat ze door de klap van de eerste verdieping naar beneden is gevallen.”
De situatie is onduidelijk, maar oogt ernstig. Het bevrijde buurmeisje loopt met ontvelde handen rond. Brandwonden. Carolien alarmeert direct de hulpdiensten. „We hadden geen idee wat er was voorgevallen, wie er allemaal in dat huis waren.”
Tijd om lang na te denken hebben de Huismannen niet. Ze steken direct de handen uit de mouwen. „Je doet wat je kunt. Vanzelfsprekend. Je hebt zelf ook kinderen. Maar na de knal duurde het even voordat ik in de gaten had wat er allemaal aan de hand was.”
Ook andere omstanders bieden een helpende hand. „Wij hebben de kinderen bij ons naar binnen gedirigeerd. Het jochie in de wasbak, het meisje met kleren aan onder de douche. Brandwonden moet je onmiddellijk koelen, hè? Ze huilden van de pijn.”
Marc en Carolien ontdekken even later een klein vlammetje in het huis van de buren. „We hebben tegen de campingbaas gezegd: Haal even een brandblusser.” Luttele minuten later slaan de vlammen al „metershoog” uit het dak. „Iedereen vluchtte weg. Op dat moment was ik echt bang”, bekent Carolien eerlijk. „De schrik zat er goed in toen we zagen wat de explosie teweeg had gebracht.”
De hulpdiensten komen massaal aangesneld. Vier brandweerwagens, vier ambulances en een helikopter, somt Carolien op. De vier bewoners van het verwoeste vakantiehuisje worden naar het ziekenhuis in Zwolle gebracht. Ze zijn buiten levensgevaar, maar mogen het ziekenhuis nog niet verlaten.
Bij Marc en Carolien dringt pas later de ernst van de situatie door. „Na afloop sta je te trillen op je benen. Je moet de gebeurtenissen een paar keer vertellen aan anderen om grip te krijgen op de situatie.” Sommige fragmenten in de hectische gebeurtenissen kunnen ze zich niet meer herinneren.
De familie Huisman besluit terug naar huis te gaan. Vragen, veel vragen dringen zich achteraf aan hen op. „Hebben we het wel goed gedaan? Was het wel verstandig om de kinderen bij ons in huis op te vangen? Hoe is het met ze in het ziekenhuis? Wat houden ze over aan hun brandwonden?”
De politie doet onderzoek naar de oorzaak van de explosie. De technische recherche verricht sporenonderzoek. Speculeren over de oorzaak heeft geen zin. Toch lijkt een gasexplosie –op een vakantiepark met tanks propaangas– voor de hand te liggen.
Marc en Carolien willen niets weten van heldhaftig of dapper optreden bij de ontploffing van het huis van de buren. „Het is heel vanzelfsprekend dat je helpt en doet wat je kunt doen. Het is geen keus om te helpen, je doet het gewoon. Samen met anderen. Als wij het niet hadden gedaan, hadden zij het gedaan”, zegt ze bescheiden.
Een ernstig ongeluk kan zomaar gebeuren, weten Marc en Carolien, lid van de christelijke gereformeerde kerk in Leiden, nu uit eigen ervaring. „Het had ook heel anders kunnen aflopen”, zegt ze ernstig. „In een flits denk je: Wat als het ons was overkomen en als ons huisje in vlammen was opgegaan? Je beseft na zo’n ernstig voorval hoe kwetsbaar je bent.”
Toch overheerst „dankbaarheid” dat zij en hun kinderen ongedeerd zijn en de vier buren de explosie hebben overleefd. „We ervaren hier de bewarende hand van God in. We zijn heel dankbaar. Juist in zo’n angstige situatie wil God voor je zorgen. De Heere God is overal bij.”