Malheur met mangomarmelade
Smokkelaars overschrijden letterlijk én figuurlijk grenzen. Ze deinzen er niet voor terug een Bijbel uit te hollen om behendig sigaretten in het Boek der boeken te kunnen wegmoffelen. Tevergeefs, blijkt tijdens De Smokkeltrip. De splinternieuwe attractie van het Belasting en Douane Museum dompelt jong en oud onder in een duistere wereld van vernuftige trucs en dito opsporingsmethoden. In Rotterdam ben je zelfs „per ongeluk” getuige van een echte poging tot sluikhandel.
Dat was even schrikken! Maandag trok een narcoticahond in het Belasting en Douane Museum zo fel van leer, dat staatssecretaris Bos van Financiën veiligheidshalve maar een stapje achteruit deed. Tegen deze speurneus was de bewindsman zeker niet opgewassen. Gedreven door de geur van cocaïne wilde het dier wel door het metaal van de verzegelde container krabben. Hector kreeg een schouderklopje, de staatssecretaris opende de stalen deur en toverde achter enkele houten panelen de illegale vangst tevoorschijn. Daarna mocht hij de rest van de lading –rumbonen– uitdelen en was de opening van De Smokkeltrip een feit.
Doolhof
Maximaal vijftien personen kunnen tegelijk de een kwartier durende ”experience” in de smokkelkelder ondergaan. Claustrofobici, hartpatiënten en zwangere vrouwen wordt dat afgeraden, want de nieuwe attractie is beslist geen grapje, waarschuwt drs. Loes A. Peeperkorn-van Donselaar, directeur van het museum. En kinderen onder de vier jaar mogen alleen onder begeleiding van een volwassene naar binnen.
De smokkelarij speelt zich af in een donker doolhof van containers met onheilspellende geluiden en soms al te nadrukkelijke muziek. Uiteraard klinkt al snel bij binnenkomst de overbekende vraag: „Heeft u iets aan te geven?” Videofragmenten verduidelijken de begrippen ”grenzen”, ”douane” en ”smokkelen”.
Gesmokkeld wordt er al eeuwenlang. In eerste instantie ging het om de frauduleuze in- en uitvoer van alcoholische dranken, graan, vlees, zout en textiel. Met de groei van de welvaart werden het vooral luxe- en verboden artikelen, zoals rookwaren, horloges, diamanten, parfum en drugs. Ook de plaats van handeling veranderde in de loop der eeuwen. De belastingontduiking en de handel in verboden goederen verplaatste zich van stads-, provincie- en landsgrenzen naar bijvoorbeeld de grens van de Europese Unie.
Mensensmokkel
Kijkkasten etaleren een aantal spectaculaire smokkeltrucs. In een metalen buikkruik werd in de jaren dertig jenever over de grens gebracht. Vergelijkbaar met dit smokkeltankje en voor hetzelfde doel bestemd waren de beenkappen. Horloges bleken goed te passen in de dubbele bodem van een dienblad. Een damesschoen met holle plateauzolen verborg verdovende middelen met een straatwaarde van duizenden guldens. Met dominostenen gevuld met cocaïne werd hetzelfde spannende spel gespeeld.
In 1973 stuitte de douane op een grote partij hasj, verstopt in 500 voetballen uit Pakistan. Ook actuelere smokkelmethoden die het daglicht niet kunnen verdragen staan in de schijnwerper. Zoals het inslikken van in condooms verpakte cocaïne. Recent kreeg het museum nog twee fornuizen van de douane, vertelt de directeur. „Afkomstig uit een grote partij en geheel gevuld met sloffen sigaretten.”
Het thema mensensmokkel komt heel bescheiden aan de orde. Bij de ingang van de smokkelkelder staat een krat waarmee in 1948 een jongeman het communisme in zijn vaderland, het toenmalige Tsjecho-Slowakije, ontvluchtte. Ernstig verzwakt kwam de man in het vrije Westen aan, maar hij overleefde het hachelijke avontuur.
Door de scanner
In de derde container is de museumbezoeker per ongeluk getuige van een echte smokkelpoging. De stalen deur slaat met een klap dicht en sluit iedereen als ratten op. Verzegelingen worden aangebracht. Kettingen rammelen. Met een schok hangt de container in de takels. De verstekelingen wankelen op hun benen. De laadkist krijgt een plaats op een schip dat even later vanuit de haven van Puerto Rico koers zet naar Rotterdam. Onderweg rollen vaatjes van hun plek en doen de golven volle dozen verschuiven.
Bij aankomst herhaalt zich het ritueel van rammelende kettingen en gaat de lading met container en al door de scanner. De beelden op het scherm vertellen leken weinig, maar de specialisten weten waar ze op moeten letten. Deze keer is het bingo! Met snijbranders openen douaniers de dubbele wand. Zaklampen schijnen in de duisternis. Blaffende drugshonden springen naar binnen en snuffelen gretig aan kisten. Er is blijkbaar wat mis met de potten mangomarmelade. Aan de inhoud zit een luchtje en al gauw valt het gele goedje door de mand. Cocaïne! Ook de kisten met munitie en opgezette kaaimannen worden ontdekt. De deur zwaait open, einde avontuur.
Botersmokkel
De eigentijdse Smokkeltrip heeft volgens directeur Peeperkorn-van Donselaar een brugfunctie naar de permanente expositie. „Ze vullen elkaar naadloos aan. Met dit moderne medium richten we ons speciaal op twaalf- tot achttienjarigen. Museaal de lastigste leeftijd. We proberen zo het imago van saaiheid van ons af te schudden.”
Het museum, dat ontstond uit de verzameling van prof. dr. J. van der Poel (1888-1982), verdient in haar ogen meer aandacht. „Veel mensen kennen het museum nog niet. Pas als ze binnen zijn, draaien ze als een blad aan een boom om. De collectie raakt immers alle facetten van het dagelijks leven en zet de zaken in een historisch perspectief.”
De geschiedenis van de sluikhandel leert dat smokkelaars en douaniers elkaar voortdurend de loef afstaken. Een spotprent toont hoe de gehate Franse douaniers tijdens een visitatie naar smokkelwaren te werk gingen. Ze deinsden er niet voor terug de gepoederde pruik van een heer van zijn schedel te lichten. Of de wikkelrok van een dame geheel te ontrollen, want zo werden er immers meters kostbare stoffen gesmokkeld. Op een schilderij van C. F. Coene loopt een smokkelaar tegen de lamp. Uit zijn jaszak bungelt een sliert darmen met daarin sterke drank.
Aan de botersmokkel in de jaren vijftig verdienden de smokkelaars grof geld. De winst bedroeg maar liefst 3 gulden per kilo! Niet verwonderlijk dat deze lieden met de modernste middelen douaniers van zich probeerden af te schudden. Het smokkelgilde gebruikte snelle Amerikaanse auto’s en zelfs pantserwagens. Er werden kraaienpoten op de weg gestrooid en rookbommen afgestoken. De sterke arm wierp spijkerbanden, wegeggen en wegmessen in de strijd om het geboefte te kunnen stoppen.
Een voorval in 1957 illustreert dat aan deze illegale praktijken grote risico’s kleefden. Twee zwarte Chryslers reden met hoge snelheid richting Nederland. De douane vuurde enkele kogels af, waarna de Belgische chauffeur van de voorste auto de macht over het stuur verloor. Het voertuig passeerde rakelings een groot Christusbeeld met als opschrift ”Komt allen tot Mij” en kwam met een klap tegen de kerk van het dorpje Ell (bij Weert) tot stilstand. Game over…
n.a.v.Het Belasting en Douane Museum is op dinsdag t/m zaterdag geopend van 11.00 tot 17.00 uur. Adres: Parklaan 14-16 in Rotterdam. Toegang gratis.
Het project ”Politie, douane en drugs” –twee keer per week– informeert leerlingen van het voortgezet onderwijs over verdovende middelen. Een narcotica-agent houdt een lezing en drugshonden geven in de achtertuin van het museum een demonstratie van hun kunnen. Informatie: 010-4400200.