Rekenkamer positief over jaarverslagen ministeries
De Algemene Rekenkamer is positief over de jaarverslagen van de ministeries. Dit in tegenstelling tot vorig jaar, toen de rijksaccountant forse kritiek uitte op de rapportages. Wel zouden de departementen nog beter moeten aangeven of de beoogde effecten van het beleid nu echt bereikt zijn.
Dit jaar kunnen 22 van de 24 verslagen de toets der kritiek doorstaan, zegt de president van de Rekenkamer, mevrouw Stuiveling. Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en dat van Landbouw ontkomen niet aan een aantekening in hun boekje. Minister Veerman van Landbouw heeft een grote achterstand bij het afrekenen van voorschotten bij subsidies. Minister Hoogervorst van Volksgezondheid heeft nog steeds onvoldoende greep op de subsidiestromen. Beide bewindslieden hebben echter aangegeven hoe zij hun problemen denken te gaan aanpakken.
De Algemene Rekenkamer heeft naast de financiële boekhouding ook de goederenadministratie gecontroleerd. Daarbij is gebleken dat bij het ministerie van Defensie onder andere het wapen- en munitiebeheer niet optimaal functioneren. Stuiveling: „Zij zijn zich daar terdege van bewust en hebben inmiddels maatregelen genomen.”
Vorig jaar kreeg de Algemene Rekenkamer van minister van Financiën Zalm het verwijt dat de kamer zich „erg gretig” en „onzuiver” had opgesteld. Zij zou de regels voor de verantwoording te strikt hebben toegepast. Stuiveling hanteerde dit jaar desondanks dezelfde normen. „Het kabinet heeft ze zelf opgesteld. Inmiddels maakt de politiek zich sterk voor deregulering. Wij kunnen daar niet op vooruitlopen, maar moeten de ministeries houden aan hun eigen regels.”
Het is nu het vijfde jaar dat het parlement op de derde woensdag in mei -„verantwoordingsdag”- de verslagen van het voorgaande jaar in behandeling neemt. Zodoende heeft de volksvertegenwoordiging gelegenheid zich uit te spreken over de voortgang van het beleid, voordat de regering op de derde dinsdag in september de plannen voor het komende jaar presenteert.
Vanmiddag bood minister Zalm de jaarverslagen van de ministeries, alsmede de rapporten van de Rekenkamer, aan de Tweede Kamer aan. „Geen geweldig jaar.” Volgens de minister „kwamen de tegenvallers het meest voor aan de kant van de inkomsten.” Zalm onderstreepte dat tekorten bij de lokale overheden grote invloed hadden op het teleurstellende resultaat.