Wezenlijke middelen
De scriba reageert op de vragen en loopt de tegenvoorstellen en amendementen langs.
Hij heeft vooraf behoefte om „een laagje dieper te gaan. Want waar gaat het om? Om die heilzame verbintenis van predikant en gemeente. Dat predikanten met vreugde hun werk doen in de voortduur. En dat een gemeente blij is met haar predikant. Daar hopen we op en daar zien we naar uit.”
Drie middelen zijn daarbij wezenlijk volgens de scriba: het gesprek tussen gemeente en predikant, het gesprek tussen de classispredikant en de gemeente enerzijds en met de predikant anderzijds, en een vangnet of „extra faciliteit” na twaalf jaar. „Dit zijn belangrijke elementen om mobiliteit vorm te geven.”
Over het derde punt: „Het is een nieuwe voorziening om, met behoud van inkomen, uit elkaar te gaan zonder dat er sprake is van een conflict. Het is geen inperking van de mogelijkheden van predikanten, maar het is een extra mogelijkheid.”