Economie

Winkelier ergert zich aan lokale belastingen

Detailhandel Nederland wil af van de reclame- en precariobelasting. Daarnaast zou de onroerendezaakbelasting (ozb) moeten meebewegen met die van huizenbezitters, vindt de belangenbehartiger van winkeliers.

Orkun Akinci
19 April 2017 15:13Gewijzigd op 16 November 2020 10:20
DEN HAAG. Gemeenten als Den Haag (foto) halen miljoenen euro’s aan precariobelasting op. Winkeliers willen daar vanaf. beeld RD, Anton Dommerholt
DEN HAAG. Gemeenten als Den Haag (foto) halen miljoenen euro’s aan precariobelasting op. Winkeliers willen daar vanaf. beeld RD, Anton Dommerholt

Wat houden deze belastingen in?

Het gaat hier om gemeentelijke belastingen. De ozb is een belasting die alle eigenaren en gebruikers van onroerende zaken betalen. Dit geldt voor huizenbezitters, maar dus ook voor eigenaren van winkels. Reclamebelasting wordt geheven voor reclame-uitingen die zichtbaar zijn vanaf de openbare weg. Precariobelasting geldt als vergoeding voor het gebruik van openbare grond, bijvoorbeeld voor terrassen, bouwmaterialen en vlaggen. Vooral de laatste twee belastingen zijn winkeliers een doorn in het oog.

Waarom hebben de winkeliers er zo veel moeite mee?

In de eerste plaats gaan gemeenten er heel verschillend mee om. Meer dan de helft heft helemaal geen precario- en reclamebelasting. Rotterdam en Den Haag haalden daarentegen in 2015 beide meer dan 5 miljoen euro op aan precariobelasting. Amsterdam en Almere waren ‘koplopers’ wat betreft reclamebelasting: beide gemeenten incasseerden ruim 1 miljoen euro.

Bijkomende klacht is dat de opbrengsten naar de algemene middelen gaan. Gemeenten kunnen ermee doen wat ze willen, het geld wordt niet besteed aan doelen die de winkeliers ten goede komen. Detailhandel Nederland ziet graag dat deze belastingen daarom worden afgeschaft. Per 2016 is dat in Amsterdam bijvoorbeeld gebeurd. „Als Amsterdam er al mee stopt, kunnen andere gemeenten dat ook”, vindt voorzitter Dolf Kloosterziel.

Hoe belangrijk zijn deze inkomsten voor gemeenten?

Dat verschilt. Voor veel gemeenten zijn ze kennelijk niet belangrijk, simpelweg omdat ze hebben besloten geen reclame- en precariobelasting te heffen. Kloosterziel wijst erop dat het vaak ook om relatief kleine bedragen gaat. „Als een gemeente 500 euro wil incasseren, kost het misschien 200 euro om dat bedrag te innen. Dat is jammer.”

Detailhandel Nederland pleit ervoor om, als de gemeente het geld echt niet kan missen, de ozb licht te verhogen. Dat hoeft dan niet zo veel te zijn, omdat de administratieve lasten voor het innen van reclame- en precariobelasting verdwijnen.

Maar de winkeliers willen toch ook een lagere ozb?

In sommige gemeenten wel. Uit een onderzoek van Detailhandel Nederland blijkt dat de ozb voor winkeliers soms sneller stijgt dan die voor huiseigenaren. Daarnaast zou de ozb in 77 procent van de gemeenten na 2014 sneller zijn gestegen dan de inflatie. Een winkelier in Groningen is momenteel het duurst uit met gemiddeld 3474 euro. Een collega op Texel betaalt gemiddeld 509 euro. Natuurlijk betaalt ook een huiseigenaar in Groningen meer dan op Texel, maar de winkeliers willen in elk geval dezelfde benadering als huizenbezitters.

Overleg met gemeenten hierover levert vaak weinig op, zegt Kloosterziel. „De Vereniging van Nederlandse Gemeenten wijst op de autonomie van individuele gemeenten. Gemeenten zeggen op hun beurt vaak dat hun begroting de geïnde bedragen nodig maakt.”

En nu?

Detailhandel Nederland vestigt zijn hoop op de politiek. Kloosterziel: „Het kabinet kan besluiten om precario- en reclamebelasting op te heffen. Zo niet, dan hopen we dat partijen lokaal besluiten om het anders in te richten. Daar is niets op tegen. Reclamebelasting is bijvoorbeeld ooit bedacht om wildgroei aan reclame tegen te gaan. Maar dat kan een gemeente tegenwoordig heel makkelijk via een algemene plaatselijke verordening organiseren.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer