Tusk voor „politieke zaak” kort terug in Polen
Hij wordt gezien als de laatste strohalm voor Polens falende oppositie. Woensdag keert EU-voorzitter Donald Tusk terug naar zijn vaderland Polen om te getuigen in een rechtszaak.
De telefoon van Tusk stond dinsdag zonder twijfel roodgloeiend: onverwachts kondigde de Britse premier May vervroegde verkiezingen aan, juist nu de brexitonderhandelingen beginnen. Als voorzitter van de Europese Raad heb je dan wel andere dingen aan je hoofd dan een rechtszaak waarin je figureert. Tusk wordt niet eens zelf vervolgd. Toch is zijn thuiskomst, vandaag, van betekenis.
De rechtszaak draait om generaal Janusz Nosek, die als hoofd van de Poolse geheime dienst SKW in 2010 wat praktische afspraken maakte met Rusland. Maar dat ligt gevoelig. Voor die samenwerking had Nosek de goedkeuring nodig van de toenmalige premier van de PO-partij. Dat was Tusk. Hij zou de deal pas twintig maanden na dato hebben geratificeerd. Als dat waar is, zit Nosek fout.
Politiek spel
Volgens de beklaagde wordt er een politiek spel gespeeld. De regeringspartij Recht en Rechtvaardigheid (PiS) zou de samenwerking met Rusland alleen gebruiken om „de geloofwaardigheid van de leiding van geheime diensten tijdens het PO-tijdperk onderuit te halen, en daarmee ook die van de toenmalige premier”, zo zei hij op de radio.
Die uitleg lijkt plausibel, zegt een militair analist die anoniem wil blijven omdat hij voor een overheidslobbyclub werkt. „We hadden toen een missie in Afghanistan. Daarvoor moest je transport regelen. Dat is heel normaal. Als je zulke afspraken wilt zien als ”samenwerking”, dan vind ik dat raar. Geheime diensten werken op dat soort vlakken met iedereen samen.”
Als de rechtszaak inderdaad een poging is om Tusk onderuit te halen, dan is die mislukt. Hij is vandaag met de trein naar Warschau gegaan, om zich zo te laten zien als gewone man van het volk. Bij aankomst kreeg hij een warm onthaal.
Sinds Tusk werd herkozen als EU-voorzitter, is zijn populariteit gegroeid. Echt geliefd was hij nooit, maar nu de Poolse premier Jaroslaw Kaczynski er in Brussel de kantjes af loopt, hebben veel Polen het vleesgeworden voorbeeld van ”de elite” weer in hun armen gesloten. Het land is de grootste ontvanger van regionale EU-gelden, en dat weet iedereen. Wie aan Brussel komt, komt aan de portemonnee.
Kaczynski probeerde de nominatie van Tusk te blokkeren. Dat mislukte. Nu moet hij de nederlaag bekopen met een klein verlies in de peilingen.
Zo krijgt de oppositie weer langzaam kleur op de wangen. Toch lijkt Tusk de enige die echt een vuist kan maken tegen Kaczynski. Analisten buitelen over elkaar heen om te suggereren dat Tusk in 2020 weer meedoet met de presidentsverkiezingen tegen Kaczynski’s kandidaat Duda, of in 2019 zelfs meedoet aan de parlementsverkiezingen. Die worden gehouden in november, op het moment dat de termijn van Tusk als EU-voorzitter afloopt.
Vervolging
Het is de vraag of Tusk daar zelf op zit te wachten. Eerst moet hij zélf vrezen voor een gevangenisstraf, want de regering wil hem berechten voor Smolensk. Tijdens die vliegramp, waarbij tientallen Poolse hoogwaardigheidsbekleders en president Lech Kaczynski de dood vonden, zou hij volgens defensieminister Macierewicz zijn „diplomatieke plicht hebben verzuimd” door het wrak niet succesvol terug te eisen van Rusland.
Of deze aanklacht het blazoen van Tusk zal besmetten, valt te betwijfelen. Als parlementariër hield Macierewicz er veel zwaardere beschuldigingen op na met verhalen over neprook en explosieven. Maar nu hij het onderzoek naar Smolensk leidt, is het niet gelukt om Tusk van medewerking aan dergelijke activiteiten te betichten, noch van een geheime afspraak met Poetin.
Zo kan Tusk misschien wel Jerzy Buzek achterna. Die was tussen 1997 en 2001 een van de minst populaire PO-premiers, maar in 2004 werd hij met voorkeurstemmen gekozen tot Europarlementariër. Een Poolse politicus kan altijd opkrabbelen, weet men hier. Meestal bij gebrek aan alternatieven.