Armeense organisaties proberen het ijzer te smeden nu het heet is
Elk jaar rond deze tijd bieden Armeense organisaties de Kamer een petitie aan om de Armeense genocide in 1915 als zodanig te erkennen. Maar juist nú is die kwestie extra actueel, stellen ze.
Op 24 april is het 102 jaar geleden dat er in het Ottomaanse Rijk (nu Turkije) een volkerenmoord begon op Armeense christenen, maar ook op Assyrische en Aramese christenen en op Pontische Grieken.
De Tweede Kamer heeft via een motie van toenmalig CU-leider Rouvoet al in 2004 erkend dat er destijds sprake is geweest van een genocide. Het kabinet spreekt echter –uit angst om de betrekkingen met Turkije te belasten– nog altijd consequent over de „Armeense kwestie.”
Nu er een nieuwe kabinet wordt gevormd, zien de Armeense organisatie hun kans schoon om daar eindelijk verandering in te brengen. Ze hebben informateur Schippers een brief gestuurd waarin ze „dringend pleiten” voor een afspraak in het regeerakkoord over de benoeming van de Armeense genocide. „De nieuwe regering moet met een schone lei beginnen”, aldus de Armeense organisaties, en het „taboe” op de volkerenmoord doorbreken.
Daarnaast boden ze vanmiddag de Kamer opnieuw een petitie aan, in de hoop dat die de druk op het kabinet en op de onderhandelende partijen nog eens wil opvoeren.
Om de pressie verder te verhogen, is een student tevens een internetpetitie gestart over erkenning van de Armeense genocide. Het doel is dit onderwerp op de Kameragenda te krijgen.