Tegenstanders vrouw in het ambt staren zich blind op tijdsgeest
Het openstellen van de ambten voor vrouwen is geen knieval voor de tijdsgeest, stellen prof. dr. Maarten Verkerk en prof. dr. Gerrit Glas. Het is eerder andersom. De oude tijdsgeest, waarin vrouwen werden achtergesteld, heeft veel te lang invloed gehad op kerk, theologie en exegese.
De komende weken buigt de synode van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKV) zich over de openstelling van de ambten voor vrouwen. De tegenstellingen zijn groot en de buitenlandse kerken zetten de discussie op scherp. De hamvraag is: verdraagt openstelling van de ambten zich met de gereformeerde traditie?
Geschiedenis
Op de synode in Ede (2014) werd het onderwerp ”M/V en ambt” al uitgebreid besproken. Een meerderheidsrapport pleitte voor de openstelling van de ambten. Eén deputaat kon zich niet in deze conclusie vinden. Ede (2014) besloot om twee nieuwe deputaatschappen in te stellen. Het deputaatschap ”M/V in de kerk” kreeg de opdracht om een onderzoek te doen naar de praktijk en rapporteerde dat vrouwen veel taken verrichten die in het verleden exclusief door ambtsdragers gedaan werden (april 2016). Het deputaatschap ”M/V en ambt” deed onderzoek naar de ambtelijke structuur en pleitte in zijn rapport ”Samen dienen” unaniem voor het openstellen van alle ambten (november 2016). In dezelfde periode kwam de exegetische studie ”Zonen & dochters profeteren” uit. Overwegend vrijgemaakte auteurs leverden een bijdrage. Deze studie mondde uit in een pleidooi voor openstelling van de ambten. De reacties op deze rapporten en deze studie waren gematigd. Gedegen studies die de conclusies ervan weerlegden zijn er niet verschenen.
Drie niveaus
Om de ontwikkelingen te taxeren is het nuttig om onderscheid te maken tussen drie niveaus van discussie. Als eerste het niveau van de exegese. ”Samen dienen” geeft een korte exegetische verantwoording. In het boek ”Zonen & dochters profeteren” wordt veel oud en nieuw exegetisch materiaal bij elkaar gebracht.
Het tweede niveau is dat van de hermeneutiek. ”Samen dienen” en ”Zonen & dochters profeteren” wijden hieraan geen apart hoofdstuk. Beide publicaties stralen uit dat ze zich binnen de bedding van de gereformeerde exegese en hermeneutiek bewegen. Tegenstanders van de vrouw in het ambt menen dat de juiste exegese van de bekende teksten al eeuwen vaststaat en dat er dus wel sprake moet zijn van een andere hermeneutiek als je tot een andere conclusie over vrouw en ambt komt.
Het derde niveau is dat van de tijdgeest. Sommige artikelen en blogs wekken de suggestie dat het pleidooi voor de opstelling van de ambten meer gemotiveerd is door de tijdgeest dan door studie van de Schriften. ”Samen dienen” geeft geen aandacht aan de tijdgeest. De insteek van dit rapport is „wat de Bijbel ons leert” (blz. 4). ”Zonen & dochters profeteren” confronteert zich wel uitvoerig met de tijdgeest (blz. 212 en verder).
Andere hermeneutiek?
Hoe moeten we de discussie in de GKV taxeren? Wordt er toegegeven aan de tijdgeest? Worden de teksten van Paulus weggemasseerd? Is er sprake van een nieuwe, ongereformeerde hermeneutiek?
Binnen de GKV zijn er verschillen van mening over de uitleg van de kernteksten en de betekenis daarvan voor het heden. Ook is er verschil van mening over welke teksten wel en geen rol spelen. Op zich is dat niet verrassend. Wat wel opvalt, is dat de exegetische discussie nauwelijks wordt gevoerd. Zo heeft het vele exegetische materiaal in ”Zonen & dochters profeteren” over de ‘zwijgteksten’ nauwelijks de aandacht gekregen die het verdient.
Het lijkt erop dat de exegetische discussie de pas wordt afgesneden met een (vermeend) hermeneutisch argument. De eerste laag van dit argument is dat je een andere hermeneutiek nodig hebt om voor de vrouw in het ambt te pleiten. Dit argument is weinig overtuigend als de exegetische discussie nauwelijks wordt gevoerd.
De tweede laag van dit argument is dat de ‘andere’ hermeneutiek een product is van de tijdgeest. Dit is een spannend argument. We ademen allemaal –zowel voor- als tegenstanders– de postmoderne tijdgeest in; een tijdgeest die gedragen wordt door ”ik bepaal zelf wel wat goed is” en de christelijke variant ”de kerk moet zich aan de cultuur aanpassen”.
”Zonen & dochters profeteren” signaleert het gevaar van deze postmoderne tijdgeest. Maar tegelijk wordt het gevaar van de tijdgeest van het verleden onderkend. Dat gebeurt overigens niet voor het eerst. Zo heeft de eerste auteur van dit artikel al in zijn boek ”Sekse als antwoord” (1996) laten zien dat: a. de tijdgeest van het verleden gekenmerkt werd door de onderdrukking en achterstelling van vrouwen, en: b. dat deze tijdgeest een grote invloed heeft gehad op exegese, theologie en kerk.
Het argument van de tijdgeest keert dus als een boemerang terug. Wij constateren dat de tegenstanders van de vrouw in het ambt zich onvoldoende bewust zijn van de invloed van de oude tijdgeest, die verhindert dat er kritisch wordt gekeken naar ‘gecanoniseerde’ exegeses.
Ruimte
Is er in de GKV sprake van een knieval voor de tijdgeest? In onze visie is dat niet het geval. Er is eerder sprake van een groeiend bewustzijn dat we de tijdgeest van het verleden veel te onkritisch ingeademd hebben. Kritiek op die oude tijdgeest schept ruimte om ”te lezen wat er staat”. Is er sprake van Schriftkritiek? Wij menen van niet en sluiten aan bij ds. H. Folkers, die recent nog eens in herinnering heeft geroepen dat de GKV zijn ontstaan uit een „beweging van jongeren” die pleitte voor de vrijheid van de exegese, binnen de grenzen van Schrift en belijdenis en met het oog op de nood van de tijd.
Prof. dr. Maarten J. Verkerk is bijzonder hoogleraar reformatorische wijsbegeerte aan de Technische Universiteit Eindhoven en aan de Universiteit Maastricht. Hij schreef mee aan ”Zonen & dochters profeteren”. Prof. dr. Gerrit Glas is psychiater en filosoof. Beiden zijn lid van de GKV.