Kerk & religie

Ik ben de Opstanding

Johannes 11:25a

Maarten Luther
12 April 2017 07:47Gewijzigd op 16 November 2020 10:17

„Jezus zei tot haar: Ik ben de Opstanding en het Leven.”

Martha zegt: Christus is Gods Zoon en Hij zal de doden opwekken. Daarom houdt de Heere –om haar geloof te sterken– weer een indrukwekkende heerlijke prediking. Want zo’n leerling is wel waard dat men voor haar een schone preek houdt. Zo gaat het trouwens ook als men het Woord van God ruimte laat en het gaarne hoort.

Dan zegt Hij: „Ik ben de Opstanding en het Leven.” Dat gelooft Martha, wat Hij hier predikt.

Maar het komt niet in haar op dat Hij nu haar broeder levend zal maken. Zie, deze woorden zijn vooral op hun plaats als men sterven moet. Dan moet men deze spreuk de zieken, bedroefden en stervenden voorhouden. Want Christus schildert daarmee duidelijk af wie Hij is en wat Zijn werk is.

Hij wil zeggen: Martha, u hoort van het leven en de opstanding. Ik ben het Leven en de Opstanding. Wél, maar u bent toch een mens, u eet en drinkt, slaapt en waakt.

Waarom zegt Hij nu niet, zoals eerder: Deze ziekte is niet ten dode, maar tot eer van God? Nee, Hij zegt regelrecht: „Ik ben de Opstanding.”

Ziedaar heerlijke woorden, die nergens elders gevonden worden. Daarom moet men er met alle ernst op letten en ze vast in het hart drukken en ze nimmer vergeten, dat Hij de Opstanding en het Leven is.

Maarten Luther, hoogleraar in Wittenberg

(”Vanaf lijdenstijd en opstanding”, 1540)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer