Nederlanders zien veel spanning in samenleving
Nederlanders hebben vrij massaal de indruk dat in de maatschappij veel spanningen bestaan tussen bevolkingsgroepen. Vooral tussen autochtonen en mensen met een migratieachtergrond schuurt het, zegt ongeveer twee derde van de bijna 3600 mensen die daar door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) naar zijn gevraagd. Maar slechts een kwart van die groep heeft zulke spanningen zelf ervaren.
Hetzelfde beeld ziet het CBS als het om religie gaat. De meerderheid van de bevolking heeft de indruk dat er ‘veel’ of zelfs ‘heel veel’ spanningen zijn tussen aanhangers van verschillende geloven. Slechts 22 procent van de ondervraagden baseert dat op eigen ervaringen. Mensen met een niet-westerse achtergrond geven vaker dan autochtone Nederlanders aan dat ze in hun eigen omgeving spanningen ervaren.
Het onderzoek bevestigt dat mensen vaak een negatievere indruk hebben van de maatschappij dan van hun eigen leven. Het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) vatte die schijnbare tegenstelling eerder samen met het motto: „Met mij gaat het goed, met ons gaat het slecht”.
Na afkomst en religie is de tegenstelling tussen arm en rijk een bron van spanning, vindt 40 procent. In totaal zegt 12 procent van de ondervraagden hier zelf ervaring mee te hebben. Een op de vier mensen ziet fricties tussen hoog- en laagopgeleiden, 17 procent tussen jongeren en ouderen. Mensen die een middelbare opleiding hebben gevolgd, signaleren meer spanningen dan de laagst opgeleiden.
Vrouwen en jongeren vinden volgens het onderzoek vaker dat sprake is van spanningen dan mannen en ouderen. Een eenduidige verklaring is daar niet voor, maar de onderzoekers wijzen wel op andere studies waaruit blijkt dat vrouwen zich vaker onveilig voelen dan mannen.