Liquidatie Endstra op klaarlichte dag
Vastgoedhandelaar Willem Endstra (51) is maandagmiddag op klaarlichte dag in Amsterdam neergeschoten. Korte tijd later overleed hij in een ziekenhuis aan zijn verwondingen. De politie heeft geen spoor van de dader(s).
Endstra werd kort na het middaguur vlak bij zijn kantoor, Convoy Vastgoed bv, aan de Apollolaan neergeschoten. Dat gebeurde op straat voor het Apollo First-hotel. De politie zette de wijde omgeving af. Omstanders zagen hoe het ambulancepersoneel probeerde Endstra te reanimeren.
Bij de schietpartij raakte ook een andere man, David Denneboom, gewond. Hij is met schotwonden opgenomen in het ziekenhuis en verkeert niet in levensgevaar. De politie heeft hem daar kort aangehouden op verdenking van moord op Endstra. Na verhoor is de verdenking tegen hem opgeheven. Volgens de advocaat van Denneboom, O. Hammerstein, was zijn cliënt een goede zakenrelatie van Endstra.
De politie is op zoek naar twee mannen die mogelijk bij de liquidatie waren betrokken. Zij renden weg in de richting van de Beethovenstraat en zijn van daar de Breughelstraat ingelopen. Vanaf dat moment ontbreekt ieder spoor. Het tweetal heeft volgens de politie mogelijk enige tijd op een bankje gezeten in de omgeving van de Apollolaan. Omstanders hebben gezien dat er een zwarte Mercedes met de sleutels er nog in om de hoek van het plaats van het delict stond.
„Ik hoorde de schoten terwijl ik in de stoel lag”, zei een patiënt van de tandartsenpraktijk die zich schuin tegenover de plek van de schietpartij bevindt. Volgens de man wilde Endstra net in een blauwe BMW stappen toen hij werd neergeschoten.
Het openbaar ministerie in Amsterdam verdacht Endstra lange tijd van het witwassen van crimineel geld. Endstra ontkende zondag voor de televisie nog elke betrokkenheid bij de misdaad. Alle aantijgingen van de afgelopen veertien jaar hierover waren volgens hem „volstrekte lariekoek.”
De rechtbank in de hoofdstad concludeerde vorige week nog dat het „hoogst onwaarschijnlijk” is dat een strafrechter Endstra hiervoor zou veroordelen.
Endstra werd in de publiciteit bekend als ”bankier van de onderwereld”. Hij zou een belangrijke schakel vormen tussen de boven- en onderwereld en criminelen helpen hun zwarte geld wit te wassen.
Omdat hiervoor onvoldoende bewijs was, mocht het OM van de rechtbank in Amsterdam Endstra hiervoor niet vervolgen. De aanklagende instantie mocht van de rechter wel verder gaan met het onderzoek naar de vastgoedmagnaat in de zogenoemde Bouwfondszaak. Justitie verdacht hem in dezen van valsheid in geschrifte bij de overdracht van onroerend goed.
In maart vorig jaar noemde een aantal informanten van de politie, na de liquidatie op Heineken-ontvoerder Cor van Hout, Endstra als „mogelijk volgend slachtoffer.” Het was dan ook opvallend dat Endstra zondag op televisie zijn verhaal vertelde.