Prof. Kater: Gemeenschap met Christus en rechtvaardiging als kern van reformatorische prediking
Het eigene van reformatorische prediking is de gemeenschap met Christus en daarmee verbonden de rechtvaardiging van de goddeloze. Dat betoogde prof. dr. M. J. Kater zaterdag in Nijkerk tijdens de jaarlijkse ambtsdragersconferentie van de Christelijke Gereformeerde Kerken.
Het onderwerp van de conferentie was ”Hoe reformatorisch is de prediking in de Christelijke Gereformeerde Kerken anno 2017?”. Prof. Kater, hoogleraar praktische theologie aan de Theologisch Universiteit Apeldoorn, nam zijn uitgangspunt in de brief aan de Hebreeën. De schrijver van dit Bijbelboek confronteerde de geadresseerden met de werkelijkheid van het spreken van God. „De prediking van het Woord van God is een werkelijk spreken van God door middel van de menselijk stem. God opent volgens Calvijn Zijn heilige mond tot ons, en dan dienen wij ons gemoed en onze oren te openen en Hem niet ontijdig in de rede te vallen.”
Hoe spreekt God? Met een woord dat scheiding maakt, aldus prof. Kater. „Het Woord heeft het karakter van een tweesnijdend scherp mes dat doordringt in de diepste kern van ons bestaan, de diepste lagen van de menselijke persoonlijkheid en de gedachten van ons hart.”
De hervormde theoloog A. A. van Ruler noemde de rechtvaardiging van de goddeloze door het geloof alleen het hart van het christenzijn. „Verschijnen wij niet elke zondagmorgen ook als heidenen –in onze barbaarse goddeloosheid– onder het apostolisch kerygma?”, de verkondiging, zo schreef hij.
Prof. Kater: „Dit barbaarse: kennen en erkennen we dat wel? Zo niet, preken we dan niet langs de gemeente heen? Je laat de mensen zitten in hun ”bubbles”. Zij worden niet uitgekleed in hun weerbarstigheid en dan ook niet werkelijk aangekleed, namelijk met de feestkleding van de vrije genade van God, de liefde van God in Christus.”
Reformatorische prediking is volgens prof. Kater geen tijdloze prediking, maar belicht het hele leven vanuit God en naar God. „De kerk is niet vraaggericht, volgens de principes van de markt. Het Evangelie roept juist vragen op. Laten we als kerk daarom niet te snel meegaan in de grote aandacht voor praktijkvragen. Achter en onder veel praktijkvragen ligt, vaak ook onbewust, de vraag naar de zekerheid. De vraag naar zekerheid los je echter niet op met handelingsgerichte antwoorden, maar met het zijn in Christus, zoals de Heidelbergse Catechismus in zondag 1 formuleert. Anders vervallen we in een evangelisch of reformatorisch moralisme of in een ander moralisme, dat geen werkelijke bodem heeft. Reformatorische prediking is zingen over de drie-enige God.”