Volgens officier van justitie M. de Weert is de moord op Maja een „weerzinwekkende en heel angstaanjagende misdaad”. Zeker omdat het motief hiervoor niet duidelijk is geworden, stelde de aanklaagster. Ferdi Ö zei als eerste dat hij Maja iets wilde aandoen, omdat hij boos op haar was. Enkele dagen later zei Goran M. dat hij het meisje wilde afmaken, omdat zij hem „vuile aap” had genoemd. Samen verzonnen zij allerlei manieren om dat te doen. Zo wilden zij het meisje dronken voeren en van een toren gooien, een overdosis XTC-pillen in een drankje doen of haar van een brug afduwen.

Op 17 november vorig jaar haalden beiden Maja op om een stukje te rijden. Later stapte ook Goran P. in. Onderweg probeerde Goran, geholpen door Ferdi, Maja met zijn handen te wurgen. Daarna gaf P. volgens de anderen een stuk meegenomen touw aan. Daar trokken Ferdi en Goran samen aan.

De doodsstrijd van Maja duurde al met al wel een halfuur, is later vastgesteld. Ferdi zei voor de rechtbank dat hij Maja naar adem hoorde snakken. Maar hij voelde volgens Goran M. ook of het meisje echt dood was. Daarna reed het drietal naar Bemmel, dumpte het lichaam daar in een weiland en stak het in brand met meegenomen benzine.

De Weert noemde een aantal redenen waarom ze wil dat de rechtbank in Arnhem Ferdi Ö. de zwaarste gevangenisstraf oplegt. De verdachte heeft volgens haar een jong meisje van nog maar 16 jaar beroofd van haar leven, het meest waardevolle bezit van een mens. Haar ouders en andere nabestaanden zijn getekend voor het leven en Maja is op een gruwelijke manier om het leven gebracht, stelde de aanklaagster vast. „De ongeruste ouders van Maja hebben de verdachten zelfs nog ingeschakeld bij de zoektocht. Zij hebben daar ook nog aan meegedaan. Dat maakt hun gedrag onwerkelijk en onvoorstelbaar koelbloedig.”

De aanklaagster vindt dat Ö. zichzelf ten onrechte een slachtofferrol heeft toebedeeld door te zeggen dat M. hem met de dood bedreigde als hij niet aan de moord zou meedoen. Hij zou doodsbang voor de Bosnische jongen zijn. Maar volgens het OM hebben Goran en Ferdi over en weer initiatieven genomen om de moord voor te bereiden en uit te voeren. Ook is uit psychologisch en psychiatrisch onderzoek volgens de officier niet gebleken dat Ö. bang was voor Goran M. Ferdi verklaarde maandag voor de rechtbank dat het toch degelijk wel zo was. „Het was Maja of ik.”

Uit hun kritische vragen bleek dat de drie rechters betwijfelen of Ferdi zich wel bedreigd voelde. Uit diens antwoorden viel op te maken dat hij alleen de zaterdag voor de moord een keer tegen Goran M. heeft gezegd dat hij Maja niet wilde vermoorden. „Daarna durfde ik dit niet meer te zeggen. Hij zou mij hebben vermoord als ik niet had meegewerkt”, benadrukte Ferdi.

De ouders van Maja verlieten na deze uitleg van Ö. en het doornemen van de moord huilend de rechtszaal. Na een korte periode keerden ze terug. De moeder verklaarde maandag dat zij de rechtszittingen „heel erg zwaar” vindt. „We zijn helemaal kapot.”

Volgens de deskundigen van het Pieter Baan Centrum (PBC), de observatiekliniek van justitie, is Ö. volledig toerekeningsvatbaar. Ze hebben geen stoornissen bij de verdachte vastgesteld. Ook loopt hij niet achter in zijn ontwikkeling. Het PBC spreekt zelfs van een „aardige, vriendelijke en serieuze jongeman.” Daarom is er geen reden om jeugdstrafrecht op hem toe te passen, concludeert het.

De advocaat van Ö., J. Boone, probeerde een nieuw psychologisch onderzoek van zijn cliënt af te dwingen. Volgens de raadsman heeft het PBC onvoldoende gekeken naar de angst van Ferdi en de psychische overmacht van Goran M. Boone benaderde daarvoor al een andere gedragsdeskundige, die kritisch over de werkwijze van het PBC is, maar de rechtbank gaf geen krimp. „De onderzoekers hebben geen angst vastgesteld. Het is aan de rechtbank om verder te bepalen welke zaken mogelijk een rol hebben gespeeld. En dat de relatie tussen Ferdi en Goran niet verder is onderzocht, komt doordat de raadsman zelf zeer heeft aangedrongen op scheiding van de twee jongens”, aldus de president.

Ö. zei in zijn laatste woord dat hij heel veel spijt heeft over alles wat is gebeurd. Hij gaf aan dat hij had overwogen om in een brief aan de ouders van Maja zijn excuus aan te bieden. „Tot nu toe durf ik dat niet.”

Een woordvoerder van de familie van Maja liet weten dat de ouders de geëiste straf laag vinden. „Maar het rechtssysteem is hier gewoon zo, dus dat is niet anders”, zei hij na afloop.

De rechtbank doet 26 mei uitspraak in de drie zaken.