Kabinet hoopt nog op inkeer Sint-Maarten
Minister Ronald Plasterk (Koninkrijksrelaties) hoopt dat Sint-Maarten alsnog zelf een onafhankelijke integriteitskamer instelt. Als de eilandregering niet tot inkeer komt, dan dwingt Nederland dat af.
Sint-Maarten stemde in 2015 al in met de komst van het instituut, dat de corruptie moet gaan bestrijden, maar heeft volgens Plasterk „die afspraken nu eenzijdig van tafel geveegd”. De minister is „not amused”.
De Rijksministerraad van Nederland en de Antillen samen heeft nu ingegrepen en vrijdag tot oprichting van de integriteitskamer besloten, maar wacht nog op een oordeel van de Raad van State. Dat geeft Sint-Maarten de tijd om nog zelf „uit te voeren wat we eerder hebben afgesproken”, zei Plasterk.
De premier van Sint-Maarten, William Marlin, liet al weten dat de Nederlandse regering „het leger maar moet sturen” als zij haar zin wil doordrijven. „Ik zal onder geen beding meewerken”, zei Marlin volgens de plaatselijke Daily Herald. Plasterk denkt er echter toch met Sint-Maarten uit te kunnen komen. „Ben je boos, pluk een roos; zet ’m op je hoed, dan is het morgen weer goed”, suste hij.
Nederland dwong afgelopen week ook al af dat Curaçao de uitgeschreven verkiezingen doorzet. Verder stak Den Haag een stokje voor een quotum van Curaçaos personeel voor werkgevers. Plasterk bezweert dat de samenloop op toeval berust.
Volgens Plasterk pakt Sint-Maarten de corruptie nu onvoldoende aan. „De onderwereld raakt er te vaak en te veel aan de bovenwereld. Deugdelijk bestuur komt echt in het geding” als er niets verandert, zei hij.