Bakermat van het christendom
Een willekeurige morgen in het Israël Museum in Jeruzalem. Toeristen uit Zuidoost-Azië richten hun camera’s op het model van Jeruzalem zoals de stad er in 66 na Christus moet hebben uitgezien. De gidsen zijn te herkennen aan harde stemmen en wijzende handen.
De groepen dalen vervolgens de trappen af. Ze treden de ”Shrine of the Books” (het Heiligdom van het Boek) binnen. Daar zijn belangrijke archeologische vondsten uit de 20e eeuw te zien, namelijk de Dode Zeerollen.
Voor veel toeristen blijft een bezoek aan het Israël Museum daarbij. De andere zalen van het Israël Museum komen niet aan bod. Terwijl op de afdeling archeologie juist allerlei voorwerpen te zien zijn die licht werpen op het leven in de tijd van de Bijbel en kort daarna.
Speciale route
Om het model van Jeruzalem en de Shrine of the Books met de afdeling archeologie te verbinden, heeft het Israël Museum vorig jaar een speciale route ontworpen. Deze heet ”De bakermat van het christendom: bekijk het echte leven waarover u in de Schrift hebt gelezen”.
„We hebben een goede respons gekregen op deze tour”, zegt assistent-curator Tali Sharvit. „Uit Israël en uit het buitenland.” Tot nu toe heeft het museum de route echter alleen onder gidsen gepromoot. De bedoeling is dat informatie over de route over enige tijd ook gemakkelijk(er) te vinden is voor individuele bezoekers. Want uiteraard is het mogelijk om de afdelingen voor archeologie zelf te bekijken. Op deze zalen zijn ook veel voorwerpen te vinden die te maken hebben met de lijdenstijd.
Twaalf haltes
De route gaat langs twaalf haltes. Bij elke plek zijn meerdere voorwerpen te zien. Vooral de tijd rond het begin van de christelijke jaartelling krijgt aandacht. De eerste eeuw omvatte een periode waarin er in de Joodse samenleving sprake was van religieuze onrust en sociale spanningen. Sektes begonnen zich te vormen en de Messiasverwachting was duidelijk aanwezig.
De haltes op een rij.
In de dagen van het Nieuwe Testament:
- Het model van Jeruzalem aan het einde van de Tweede Tempelperiode
Het model laat Jeruzalem zien op een schaal van 1:50 in het jaar 66 na Christus. Dat is het jaar waarin de eerste Joodse opstand tegen de Romeinen begon. Jeruzalem telde toen tussen de 50.000 en de 80.000 inwoners. Te zien zijn ook de rots en de overblijfselen van Golgotha, de schedelheuvel. In de tijd van de Heere Jezus lag deze heuvel buiten de stadsmuur van Jeruzalem. In het model echter liggen Golgotha en het graf binnen de muur, dit omdat koning Herodes Agrippas (41-44) een nieuwe muur rond de stad bouwde.
- De ”Shrine of the Books”
In de Shrine of the Books (het Heiligdom van het Boek) is een tentoonstelling te zien over de opgravingen bij de grotten van Qumran. Ook toont het schaars verlichte museum hier een aantal Dode Zeerollen die leden van een Joodse sekte in Qumran schreven tussen de derde eeuw voor Christus en de eerste eeuw na Christus. Daartoe behoort de beroemde Jesajarol. De rollen hebben de kennis over het Joodse leven in die tijd aanzienlijk vergroot. Ook wierpen ze nieuw licht op het ontstaan van het rabbijnse judaïsme en het vroege christendom. In het gebouw kunnen bezoekers ook archeologische vondsten uit Qumran zien. Het museum stelt hier verder zeldzame manuscripten van de Tenach tentoon, waaronder de beroemde Aleppo-codex.
Het Oude Testament en de Eerste Tempel:
- Steen met inscriptie ”Huis van David”
De route voert verder over de afdeling archeologie. Hier kunnen bezoekers een herdenkingssteen zien van een Aramese koning, Hazaël. De inscriptie somt een aantal overwinningen op, waaronder een over het ”Huis van David”. De steen is gevonden bij een opgraving in Dan in Noord-Israël. De inscriptie is de enige verwijzing naar het huis van David buiten de Bijbel om.
- Amuletten met de priesterlijke zegen
In een vitrine liggen twee zilveren amuletten met de priesterlijke zegen uit Numeri 6:24-26. Prof. Gabriël Barkay groef de voorwerpen in 1979 op bij de Schotse kerk in Jeruzalem. Dit zijn de oudste voorwerpen met een Bijbeltekst die ooit zijn gevonden. De priesterlijke zegen –„De Heere zegene u en behoede u…” is nog steeds belangrijk in zowel de Joodse als christelijke tradities.
Jeruzalem en de Tweede Tempel:
- Vondsten die met de tempel te maken hebben
Slechts een klein aantal voorwerpen die met de Tweede Tempel (536 voor Christus tot 70 na Christus) te maken hebben, zijn gevonden bij archeologische opgravingen. Bezoekers kunnen een ossuarium (beenderenkist) zien van „Simon, de bouwer van de tempel.” Hij moet een van de tienduizenden geweest zijn die werkten aan de verfraaiing van de tempel waarmee koning Herodes de Grote (37-4 voor Christus) een begin maakte. Ook zien we hier de steen met de Griekse tekst ”verboden voor vreemdelingen”. Deze stond bij de scheiding waarachter alleen Joden naar binnen mochten. De steen met de inscriptie ”de plaats van het trompetgeschal” bevond zich op de plek waar een priester het begin van de sabbat aankondigde.
- Halve sjekel
Elke Joodse bezoeker die ouder was dan 20 moest de jaarlijkse tempelbelasting betalen. Dat gebeurde met de halve sjekel. Deze munt was te koop bij de geldwisselaars, die voor zichzelf meteen een aardige provisie namen. De opbrengst werd gebruikt voor het onderhoud van het tempelcomplex en de aankoop van offeranden.
- Gedenksteen van de Theodokossynagoge
De vondst van deze Griekstalige gedenksteen bevestigde dat er zich synagoges bevonden in de buurt van de Tempelberg. Theodokos was een priester en het hoofd van de synagoge.
Berechting en kruisiging
- Ossuarium met de naam Kajafas
Jozef Kajafas was hogepriester in de jaren 18 tot 36 na Christus. Hij werd vooral bekend om de arrestatie van Jezus. In het zuidoosten van Jeruzalem vonden archeologen een ossuarium met de tekst ”Jozef zoon van Kajafas.” De beenderenkist is rijk gedecoreerd, zoals paste bij een welgestelde priesterfamilie.
- Inscriptie ter ere van Pontius Pilatus, procurator van Juda
Pontius Pilatus, de vijfde Romeinse prefect van Juda, regeerde van 26 tot 36 na Christus. Flavius Josephus en Philo van Alexandrië omschreven hem als een wrede en harde heerser. Hij was ongevoelig voor de religieuze gevoelens van de bevolking. Deze gedenkplaat vonden archeologen in Caesarea. Waarschijnlijk diende de steen in een tempel ter ere van keizer Tiberius.
- Yehohanan, de gekruisigde
In Noord-Jeruzalem vonden archeologen een ossuarium met de tekst ”Yehohanan ben Hagkol”. In de beenderkist bevond zich een hielbot waardoor een ijzeren spijker geslagen was. De Romeinen pasten de wrede straf van kruisiging toe op opstandelingen, dieven en andere personen die ze lastig vonden. De vondst hielp geleerden te reconstrueren hoe de Romeinse bezetters de veroordeelden aan het kruis sloegen. De vondst is het enige archeologische bewijs van een kruisiging. Het gaat hier overigens om een exacte kopie. Als het Israël Museum een echt bot liet zien, zouden Joden uit het priesterlijk geslacht het museum niet kunnen bezoeken.
De Vroege Kerk en pelgrimage naar het Heilige Land
- Reconstructie van een koor in de kerk
Na de bekering van keizer Constantijn de Grote in de vierde eeuw na Christus veranderde het Romeinse Rijk snel. In Jeruzalem bouwde keizer Constantijn de Heilig Grafkerk of, beter gezegd, de Opstandingskerk. De kerk werd het belangrijkste gebouw in elk(e) christelijk(e) stad of dorp. Soms diende een kerk om een Bijbelse gebeurtenis te gedenken. De kerken waren rijk gedecoreerd. De muren waren bedekt met fresco’s, de vloeren met kleurrijke tegels en mozaïeken. In de muren waren Bijbelteksten en de namen van de donoren gegrift. De kerken hadden ook kistjes met relieken van heiligen. Het Israël Museum heeft het koor van een Byzantijnse kerk nagebouwd met objecten die op zeventien verschillende plekken zijn gevonden.
- Voorwerpen van pelgrims
In de Byzantijnse tijd stroomden pelgrims naar het heilige land. Ze zochten naar locaties die de Bijbel noemt. Ze waren in het bijzonder geïnteresseerd in de plaatsen die met het leven van Jezus en de lijdensgeschiedenis te maken hadden. De pelgrims konden souvenirs kopen, gemaakt van de aarde van het land waar de gebeurtenissen plaatsvonden. Er stonden afbeeldingen op van een Bijbelse gebeurtenis. Thuisgekomen konden ze de aarde van het voorwerp schrapen. Ze gebruikten het poeder vervolgens als medicijn. In het museum zijn deze oude souvenirs te zien.
imj.org.il/en/ voor meer informatie over het Israël Museum in Jeruzalem.
Christus in de Joodse en Israëlische kunst
Het Israël Museum herbergt tot 22 april een expositie over Christus en christelijke symbolen in de Joodse en Israëlische kunst. Het is voor het eerst dat het museum een dergelijke tentoonstelling organiseert. De titel is: ”Zie de Mens.”
De belangstelling onder Israëliërs voor de expositie is groot. Ook religieuze Joden komen kijken. De reacties zijn volgens een zegsvrouw van het museum positief.
Door de geschiedenis heen zijn Joden vaak door christenen vervolgd. In de middeleeuwen was het beeld onder Joden over Jezus negatief. In de negentiende eeuw begon daar onder invloed van de verlichting verandering in te komen. Joodse kunstenaars begonnen christelijke symboliek toe te passen in hun werken om iets te zeggen over hun eigen leven en omstandigheden.
Op de expositie zijn 150 werken te zien, van 40 kunstenaars die diverse technieken hebben gebruikt. Zeer bekend zijn de werken van de schilder Marc Chagall (1887-1985). In 1938 schilderde hij de „witte kruisiging.” Op de achtergrond staan beelden van vluchtende Joden en hun huizen die in vlammen opgaan. In 1944 maakte hij een uiterst somber schilderij van Jezus aan het kruis. Jezus draagt de kleding van een orthodoxe Jood. Verderop staan andere kruisen. Gedode Joden liggen in het sneeuwlandschap en op een dak zit een Jood met een Thorarol. In de donkere lucht achter Jezus kleurt het geel – de kleur van de Holocaust. Met deze werken plaatst Chagall Jezus in het Jodendom. De schilderijen herinneren eraan dat Jezus vervolgd zou zijn geworden als hij in de tijd van de nazi’s had geleefd.
Kunstenaars hebben christelijke iconografie ook gebruikt bij de verwerking van het Israëlisch-Palestijnse conflict. Micha Kirshners foto uit 1988 van een Palestijnse vrouw met kind in het Palestijnse vluchtelingenkamp Khan Yunis doet denken aan Maria en kind. Het kind draagt een wit kleed dat lijkt op een talliet.