Getrouwen vieren verjaardag paus in dankbaarheid
Trouwe aanhangers van de paus, verenigd in de vereniging Pro Petri Sede, vieren dinsdag „met dankbaarheid" de 84e verjaardag van hun kerkleider. „We denken met dankbaarheid aan wat hij voor de Rooms–Katholieke Kerk betekent en aan de boodschap die hij uitdraagt, vooral over de bescherming van het leven", zei voorzitter W. van Rossem maandag.
Van Rossem gedenkt de verjaardag van paus Johannes Paulus II zoals elk jaar met een felicitatie aan de jarige en een bloemstukje voor de pauselijke ambassadeur in Den Haag. Pro Petri Sede (Voor Petrus’ Stoel) heeft ongeveer negenhonderd leden, alle dragers van een pauselijke onderscheiding. De vereniging is in 1871 opgericht als bond van oud–zoeaven, strijders die tussen 1860 en 1870 in dienst van paus Pius IX vochten voor de bedreigde kerkelijke staat.
Uit Nederland zijn destijds ongeveer 3000 zoeaven naar Rome getrokken. In Oudenbosch heeft hun strijd een plaats gekregen in het Zoeavenmuseum. Hun verre nakomelingen zijn vandaag de dag nauwelijks meer in de geschiedenis van de zoeaven geïnteresseerd, merkt secretaris P. Krijnen van Pro Petri Sede.
De vereniging houdt elk jaar een toogdag en collecteert onder de leden voor het pauselijke liefdadigheidsfonds. Van Rossem mocht in oktober vorig jaar nog een goedgevulde enveloppe persoonlijk aan zijn geliefde kerkvorst overhandigen. De plaatsvervanger van Christus op aarde is voor hem een „grandioos mens". Verder uit zijn liefde voor de paus zich vooral in gebed. „Daar is de paus zelf het beste voorbeeld van."
Op zijn verjaardag verschijnt een nieuw boek van de paus. Het bevat herinneringen en bespiegelingen uit de periode tussen 1958, toen de Pool Karol Wojtyla bisschop werd, en 1978, het jaar waarin hij tot paus werd gekozen. Hij heeft het boek van ongeveer tweehonderd bladzijden vorig jaar geschreven.
Hij schrijft erin dat acteren aanvankelijk zijn grote passie was. Hij stond naar eigen zeggen als zeer talentvol bekend en had wellicht een grote carrière in het verschiet. Het levensverhaal van de Poolse heilige Albert Adam Chmielowski, die het artiestenbestaan opgaf om de armen te gaan helpen, stimuleerde hem om het theater vaarwel te zeggen en priester te worden.
De paus uit verder zijn liefde voor zingen en skiën. Ook verdedigt hij het priestercelibaat als een veeleisende maar „vruchtbare" traditie. Eenzaam heeft hij zich er nooit door gevoeld, schrijft hij. Het boek is bedoeld als „teken van liefde" voor zijn broeders bisschoppen en voor alle gelovigen. Hij noemt met name zijn „trouwe vriend" Joseph Ratzinger, de Duitse kardinaal die de congregatie voor de geloofsleer leidt, en de Poolse kardinaal André Deskur, die hem van „wijze raad" voorziet.