Binnenland

Hoogeveen eert drie vergeten oorlogsslachtoffers

Hoogeveen krijgt op 7 april een gedenksteen voor drie oorlogsslachtoffers, op de plek waar de mannen gefusilleerd zijn. Dat was op 9 april 1945, twee dagen voor de bevrijding door de Canadezen. Vicevoorzitter Ria Kruik (72) van de Historische Kring Hoogeveen legt uit.

Hilbrand Rozema
4 April 2017 09:30Gewijzigd op 16 November 2020 10:13
Persoonsbewijs van Albert Eggen. beeld historische kring Hoogeveen
Persoonsbewijs van Albert Eggen. beeld historische kring Hoogeveen

Hoe kwam dit monument tot stand?

„In december 2016 kregen we een verzoek van Joop Moes. Zijn vader Berend vond de drie slachtoffers op 11 april 1945, in een greppel. Dat was twee dagen na hun dood. We kenden hun namen al wel: Johan Dhont uit Middelburg, Sybrand Jan van der Linde uit Amsterdam en Albert Eggen uit Zuidwolde.” Tot nu toe waren deze drie ‘inbegrepen’ bij een oorlogsmonument in Spier, voor negentien slachtoffers. Dat bleek niet te kloppen, en hun namen staan daarop ook niet vermeld. „Joop Moes hoopte dat wij iets wilden doen om hen te herdenken.”

Wat is er met hen gebeurd?

„Het was paniek van de Duitsers. Die wisten natuurlijk dat de Canadezen al in Zuidwolde waren, vlak bij Hoogeveen. De drie slachtoffers staan los van elkaar. Zij kenden elkaar niet, maar hadden tegelijk grote pech.

Albert Eggen zat ondergedoken bij zijn ouders. Duitse soldaten zochten zijn oudste broer. Die zat bij het verzet, hij had een versperring weggehaald om de geallieerden te helpen. Ze zochten hem, maar hij was niet thuis. De Duitsers zeiden: „Als de oudste zich meldt, komt de jongere broer weer vrij.” Maar de jongere broer zei: „Dan hebben ze ons allebei.” Hij ging mee, en offerde zich op. Dat kostte hem het leven.”

En de andere twee?

„Van der Linde was de zoon van een NSB’er. In Duitsland kwam hij tot inkeer en besefte hij hoe het echt zat. Hij liep weg, werd gepakt en moest naar strafkamp Erika, in de bossen bij Ommen. Dat kamp werd opgeheven en op 5 april 1945, terwijl de gevangenen lopend onderweg waren naar Westerbork, wisten hij en enkele anderen te ontsnappen. Eén dag later echter liep hij alsnog in de val.

Johan Dhont was iemand die werkte voor de Duitsers, in het werkkamp Ten Arlo. Hij was „brutaal geweest” tegen de bezetter. Een Oostenrijkse rechter, Behringer, passeerde hier toevallig – zelf was hij op de vlucht voor de geallieerden. Hij gaf bevel ze te fusilleren.”

Hebt u nabestaanden van deze drie kunnen vinden?

„Wel van Albert Eggen, niet van Van der Linde en Dhont. Van der Linde moet wel een zoon gekregen hebben, Jan Sybrand. Die heb ik nog niet kunnen traceren. Nabestaanden zoeken via de officiële weg is heel moeilijk. Via gemeentehuizen krijg je niets voor elkaar. De privacywet is streng. Ik schreef daarom brieven naar huis-aan-huisbladen, in Dordrecht en Den Haag. Ik kreeg nog geen reactie. Ik hoop dat iemand die dit leest de namen herkent en alsnog reageert.”

Wat raakt u het meest?

„Dat deze drie stuk voor stuk een ander verhaal hebben, een totaal andere achtergrond – en in de dood bij elkaar zijn gekomen.”

Dhont is begraven in Hoogeveen, Eggen in Zuidwolde en Van der Linde op het ereveld in Loenen. Op 7 april onthult burgemeester Karel Loohuis de gedenksteen, in het Spaarbankbos. Basisschool De Posthoorn in Pesse gaat het monument adopteren.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer