De brandweerkorpsen van Terschelling, Witmarsum en Harlingen spitten maandag met scheppen de grond om. Zo proberen ze de laatste vuurhaarden, die niet met water zijn te blussen, te doven. Ook sproeien giertanks van loonbedrijven water over de nasmeulende duinen.

Afgelopen weekeinde is zeker 40 hectare natuurgebied verloren gegaan. Zaterdagochtend brak bij de Boschplaat het eerste duinbrandje uit, gevolgd door een grotere brand in de middag. Zondagmorgen laaide het vuur op het oostelijk deel van Terschelling opnieuw op. De brandweer had de brand zondagavond onder controle. Wel is de hele nacht gepatrouilleerd.

Bij de brand is een uniek berkenbos grotendeels verloren gegaan. Dat zei F. Zwart van Staatsbosbeheer maandag. Het berkenbos is tachtig jaar geleden spontaan ontstaan. Een dergelijk berkenbos komt nergens anders in Nederland voor.

Volgens Zwart is meer natuurgebied verloren gegaan dan aanvankelijk werd gedacht, namelijk ongeveer 75 hectare. De brand ontstond in de allerslechtste tijd van het jaar, omdat er momenteel veel jonge dieren en nesten zijn. „De kleine dieren, insecten, vlinders en salamanders overleven het niet, maar ook voor veel vogels is het rampzalig. Ik zag bijvoorbeeld zondag een verbrande eidereend op een nest met daarin zwartgeblakerde eieren", aldus Zwart. Ook stuitte hij op een mierenhoop die de brand wel had overleefd.

De brand maakt volgens Zwart een gigantische inbreuk op de natuur. „Over een jaar is het natuurlijk wel weer groen. Maar het gaat ook om wat voor soort groen. Zo is er een zeldzaam plantje, de berendruif, verloren gegaan."