Kerk & religie

Bezinning rond twee samenhangende polen, aan de hand van Calvijn

„Godskennis en zelfkennis zijn twee polen die samenhangen. Toch moeten we bij de kennis van God beginnen.” Dat zei ds. D. Wit, predikant van de gereformeerde gemeente te Borssele, tijdens de voorjaarsvergadering van studentenvereniging Solidamentum in Gouda.

Van een medewerker
1 April 2017 21:24Gewijzigd op 16 November 2020 10:12
Ds. D. de Wit sprak zaterdag voor studentenvereniging Solidamentum in Gouda. beeld Cees van der Wal
Ds. D. de Wit sprak zaterdag voor studentenvereniging Solidamentum in Gouda. beeld Cees van der Wal

Solidamentum had ds. De Wit uitgenodigd om te spreken over het thema ”Eens was ik een vreemdeling voor God en mijn hart – Godskennis en zelfkennis”. Daarbij ging de predikant in vragen die door de studentenvereniging aan hem waren voorgelegd.

Ds. De Wit besprak voor ongeveer 40 aanwezigen in een zaal van het kerkgebouw van de gereformeerde gemeente in Nederland aan het Stationsplein, het onderwerp aan de hand van de Institutie van Calvijn. „Calvijn gaat uit van Gods eer, en benoemt de mens voor Gods aangezicht”, zo stelde de predikant.

Met de kennis van God bedoelt Calvijn allereerst de kennis van God als Schepper, Gods deugden, aldus ds. De Wit. „Kennis van Gods deugden is de bron van vroomheid: eerbied verbonden met liefde tot God. Als je Gods deugden overpeinst, richten je gedachten zich op God. Door nadenken word je niet bekeerd, maar de Heere kan het gebruiken.”

Een vraag van de leden van Solidamentum was in hoeverre God te kennen is met ons verstand. Ds. De Wit is terughoudend: „De mens is totaal verdorven, ook zijn geest en zijn verstand. Het restant wat overgebleven is, is er opdat wij niet te verontschuldigen zouden zijn.”

Calvijn begint bij de kennis van God als verlosser bij de diepe val in Adam, zo zei de predikant. „We zijn van onze oorspronkelijke staat afgeweken en ontaard. In het komen tot God de Verlosser begint het met het stuk van de ellende. Daarna behandelt Calvijn de komst van Christus in het vlees én Zijn werk in Zijn ambten. Zo wordt het ook door Gods kinderen beleefd.”

„Over Calvijn moet je niet gaan theologiseren, maar Calvijn moet je proeven en overdenken”, aldus de predikant uit Borssele. „Het gaat in de kennis van onszelf om onze ellendige pelgrimage, en in de kennis van God om het verlangen eens thuis te zijn bij God. Hoe onuitsprekelijk goed is het om God te kennen in het aangezicht van Christus.”

Dr. ir. S. M. de Bruijn, hoofdredacteur van deze krant, hield een lezing over ”Techniek: vervreemdend en verbindend”. „Techniek was van oorsprong goed. God schonk Adam de gaven om techniek te ontwikkelen en gaf de opdracht om die gaven in te zetten. De zondeval heeft echter álles doortrokken en brengt techniek onder de vloek. Toch ontheft dat de mens niet van de opdracht tot het gebruik van techniek.”

Met een overzicht uit de kerkgeschiedenis liet De Bruijn zien hoe door de eeuwen heen gedacht werd over techniek. „Bij Augustinus en de reformatoren is geen techniekpessimisme te vinden. De Reformatie heeft geleid tot een positieve waardering van kunst en wetenschap.” Isaäc da Costa, een dichter uit de 19e eeuw, was daarentegen niet onverdeeld positief, aldus De Bruijn. „Da Costa noemde de techniek de stap naar de hemel en naar de hel. Hij benadrukte meer de twee kanten, sindsdien werd dat ook evenwichtiger gezien.”

Tot slot dacht de Bruijn met de studenten na over de vraag hoe mensen als geestelijke pelgrims om moeten gaan met techniek. „We hebben niet de roeping om ons volledig terug te trekken uit deze wereld.” Calvijn leert ons te waken voor misplaatste matigheid en onmatigheid, aldus de Bruijn. „Met de toekomende dingen telkens voor ogen kijkt de pelgrim naar de techniek om zich heen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer