Buitenland

Integratie binnen onderwijs VS nog lang niet voltooid

Het federale hooggerechtshof in Washington besliste op 17 mei 1954 dat rassenscheiding in het Amerikaanse schoolsysteem in strijd was met de grondwet. Praktisch betekende dit dat de zevenjarige Linda Brown toegelaten moest worden tot een blanke school in Topeka in de staat Kansas.

Van onze correspondent
17 May 2004 12:03Gewijzigd op 14 November 2020 01:14

Sommigen beschouwen deze uitspraak als het begin van de integratie in het Amerikaanse onderwijs en daarmee als een belangrijke stap op weg naar volledige integratie van het Afro-Amerikaanse ofwel zwarte deel van de bevolking. De werkelijkheid ziet er iets minder sprookjesachtig uit. Het hooggerechtshof sprak zich in de eerste plaats niet uit over integratie. Het besliste alleen dat het systeem van gescheiden scholen -dus het systeem van volledig zwarte scholen en volledig blanke scholen zoals dat in het zuiden bestond- ongrondwettig was.

„In feite zei het hooggerechtshof dus dat blanke scholen geen zwarte leerlingen mochten weigeren en omgekeerd, hoewel dat laatste natuurlijk alleen maar theorie was”, aldus Charles Ogletree, hoogleraar rechten aan de Harvard Universteit, zelf van Afro-Amerikaanse afkomst. Hij wijst erop dat er eigenlijk twee uitspraken zijn geweest in de zaak ”Brown versus Board (of Education)” (Brown tegen het ministerie van Onderwijs): de uitspraak van 17 mei 1954 en de uitspraak een jaar later (ook wel ”Brown II” genoemd), waarin het hooggerechtshof zegt dat de „desegregatie” van het schoolsysteem „weloverwogen en behoedzaam” moet worden toegepast.

„Het hooggerechtshof zei niet dat het gesegregeerde schoolsysteem met onmiddellijke ingang gewijzigd moest worden, maar dat dit behoedzaam moest gebeuren. Wel, dat werd op veel plaatsen natuurlijk zo uitgelegd dat er niets gebeurde”, aldus Ogletree.

Een korte terugblik op de Amerikaanse geschiedenis is hier misschien nuttig. De Amerikaanse burgeroorlog (1861-1865) maakte een eind aan de slavernij in het zuiden en gaf de voormalige (zwarte) slaven gelijke rechten. Formeel, want feitelijk veranderde er vaak niet veel.

Zwarten werden ook na de burgeroorlog op alle fronten gediscrimineerd. Velen maakten daarom van hun nieuwe vrijheid gebruik door naar het noorden te trekken, in de hoop daar een beter en welvarender leven op te bouwen. Dit betekende echter geen integratie van het zwarte bevolkingsdeel. Zwart en blank bleven gescheiden opereren. Het is bijvoorbeeld opvallend dat de vakbonden zwarten weigerden als lid, ook in het liberalere noorden. In de cultuur hetzelfde patroon, evenals in de sport. Zelfs het leger integreerde pas in 1948, dus ná de Tweede Wereldoorlog. Daarvoor hadden zwarten wel meegevochten in beide wereldoorlogen maar in aparte zwarte eenheden.

Tegen de achtergrond van deze wijdverbreide segregatie was het dus niet verwonderlijk dat er in het zuiden een formeel gescheiden schoolsysteem bestond voor blank en zwart. In het noorden was dat niet zo, maar hier ontwikkelde zich niettemin toch ook een de facto gescheiden systeem. Hoewel discriminatie was verboden, waren er op de arbeidsmarkt veel minder mogelijkheden voor zwarten dan voor blanken.

Deze laatste bevolkingsgroep, die veelal welvarender was, verhuisde na de oorlog geleidelijk van de overvolle steden naar de groenere en ruimere voorsteden. „De zwarten bleven in de steden achter en moesten daar genoegen nemen met slecht onderwijs voor hun kinderen. De goede leraren verdwenen namelijk naar de beter betalende scholen in de voorsteden. Dat betekende dat zich ook hier in het noorden een gescheiden schoolsysteem ontwikkelde”, aldus historica Kate Tuttle van de Columbia Universiteit in New York.

”Brown versus Board” maakte dus alleen formeel een eind aan het zuidelijke gescheiden schoolsysteem. Hebben zwarte kinderen daarmee toegang tot betere opleidingen? „Desegregatie is niet het toverwoord voor de Afro-Amerikaanse bevolking. Zwarte leerlingen krijgen geen betere kansen op de arbeidsmarkt als zij van een school komen waar de meerderheid blank is. Zij krijgen betere arbeidskansen als zij beter onderwijs krijgen. En zij krijgen betere arbeidsmogelijkheden als onderwijs en sociale verantwoordelijkheid binnen de zwarte gemeenschap een hogere prioriteit krijgen dan het eeuwige geklaag over discriminatie”, aldus Henry Louis Gates, hoogleraar en directeur van het W. E. B. Dubois Instituut voor Afro-Amerikaans Onderzoek van de Harvard Universiteit in Cambridge (Massachusetts).

Als prominent vertegenwoordiger van de Afro-Amerikaanse gemeenschap in Amerika pleit Gates voor een „revolutie” onder de zwarte bevolking; voor een verandering van attitude en niet noodzakelijk voor verdere integratie. Is er geen sprake van integratie in het Amerikaanse onderwijs? „Wij zijn vandaag een eind verder dan vijftig jaar geleden, dat is zeker. Maar aan de andere kant zie je ook bewegingen die deze ontwikkeling willen terugdraaien. Kijk maar naar de zaak waar het hooggerechtshof zich nu over moet buigen, namelijk het toelatingsbeleid van de universiteit van Michigan. Dat houdt rekening met raciale factoren om vertegenwoordigers van minderheden een betere kans te geven. De regering-Bush heeft zich al tegen dit beleid van de universiteit uitgesproken”, aldus Gates.

Is ”Brown versus Board” nu wel of geen succes? Kate Tuttle: „Het is grappig - of waarschijnlijk niet grappig, maar dat oordeel hangt in belangrijke mate af van je huidskleur. De meeste blanken vinden dat de uitspraak van het hooggerechtshof vijftig jaar geleden goed gewerkt heeft, dat de desegregatie ofwel de integratie op scholen is gelukt en dat dat proces nu is afgesloten. De meeste zwarten beschouwen ”Brown” als een nuttig begin, maar benadrukken dat er nog veel moet gebeuren voordat volledige integratie van het Amerikaanse onderwijs werkelijk is gerealiseerd.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer