Rode Kruis maant partijen Syrië
Het Nederlandse Rode Kruis hangt vrijdag in het hele land de vlag halfstok om aandacht te vragen voor de dood van een hulpverlener in Syrië. Vrijwilliger Firas Al-Hussein van de Syrische Rode Halve Maan werd eerder deze week doodgeschoten terwijl hij aan het werk was in Tabqa, in de omgeving van het IS-bolwerk Raqqa in het noorden van het land.
Volgens het Internationale Rode Kruis kwamen sinds het begin van het conflict in Syrië zes jaar geleden al 71 medewerkers en vrijwilligers van de zusterorganisatie Rode Halve Maan om het leven terwijl ze slachtoffers van het geweld aan het helpen waren. In een in Genève uitgegeven verklaring herinneren het Rode Kruis en de Rode Halve Maan alle partijen eraan dat hulpverleners volgens de regels van het internationaal humanitair recht beschermd moeten worden. „Humanitaire vrijwilligers en medewerkers zijn #NotATarget (#GeenDoelwit).”
Het Rode Kruis wijst erop dat door de dood van een hulpverlener niet alleen diens naasten worden getroffen, maar dat ook mensen in nood verstoken blijven van hulp.
Hulpverleners in Syrië doen hun werk onder moeilijke omstandigheden, met dagelijks gevaar voor eigen leven, zowel in gebieden die onder controle zijn van de regering als van andere strijdende partijen. Miljoenen Syriërs werden in de afgelopen jaren geholpen met schoon drinkwater, voedsel, dekens en medische hulp, zegt het Rode Kruis.