„Top Pentagon stemde in met mishandelingen”
De Amerikaanse minister van Defensie, Donald Rumsfeld, en zijn plaatsvervanger voor inlichtingenwerk Stephen Cambone hebben vorig jaar besloten een uiterst geheime militaire eenheid die in Afghanistan actief was in te zetten in Irak. Deze eenheid had toestemming om te doen wat nodig was om informatie bij gevangenen los te krijgen.
Dat bericht het weekblad The New Yorker in het nummer dat maandag verscheen. De militairen opereerden in Afghanistan als SAP-eenheid, oftewel ”Special Access Program”. Dit ”speciale benaderingsprogramma” betrof het inwinnen van informatie over het verzet in Afghanistan tegen de aanwezigheid van Amerikaanse militairen daar.
Militairen van deze eenheid hadden van de hoogste militaire en politieke leiding van het ministerie van Defensie toestemming om wie zij maar wilden op te pakken en vervolgens alles met hun gevangenen te doen wat deze militairen nuttig achtten om informatie los te krijgen. De actie van de eenheid richtte zich voornamelijk op aanhangers van de terreurorganisatie al-Qaida.
Toen het verzet in Irak toenam, besloten Rumsfeld en Cambone vorig jaar een deel van deze eenheid van Afghanistan naar Irak te halen in de hoop dat men meer helderheid zou kunnen krijgen over de structuur en de operaties van het verzet daar.
Het zouden leden van deze eenheid zijn geweest die in de gevangenis Abu Ghraib in Bagdad en in andere kampen gevangenen bijzonder hardhandig behandelden en bewakers opdracht gaven gevangenen voor hun verhoren „te prepareren.”
Dit harde optreden tegenover gevangenen, waaronder ook seksuele intimidatie, was goedgekeurd door nationaal veiligheidsadviseur Condoleezza Rice en was onder de aandacht gebracht van president Bush.
De schrijver van het artikel in The New Yorker is Seymour Hersh, die kortgeleden als eerste de inhoud vermeldde van het eerste onderzoek van Defensie door generaal Antonio Taguba naar de mishandeling van gevangenen. Hersh was tijdens de Vietnamoorlog de verslaggever die de Amerikaanse slachting onder burgers in het Vietnamese dorp My Lai wereldkundig maakte.
Defensie-woordvoerder Di Rita weigerde zondag commentaar te geven op wat hij „geheime operationele programma’s” noemde, maar hij ontkende dat minister Rumsfeld akkoord zou zijn gegaan met een behandeling van gevangenen die volgens het Rode Kruis flagrant in strijd is met de Conventies van Genève.
Het blad Newsweek onthult in z’n jongste editie echter een memo van Alberto Gonzales, hoofd van de juridische afdeling van het Witte Huis. In dit memo van 25 januari 2002 schrijft Gonzales aan minister Powell van Buitenlandse Zaken „dat in het kader van de strijd tegen het terrorisme de beperkingen die de Conventies van Genève opleggen aan de behandeling van gevangen achterhaald zijn.” Powell zou volgens het blad „buitengewoon scherp” op dit memo hebben gereageerd.
Intussen melden verschillende kranten dat de Amerikanen in een geheime gevangenis op het vliegveld van Bagdad -bijgenaamd ”Camp Cropper”- ongeveer honderd voormalige topmedewerkers van Saddam Hussein gevangen houden. Gevangenen zouden daar langdurig eenzame opsluiting moeten ondergaan in cellen waar geen daglicht doordringt. Het is onduidelijk wie verantwoordelijk is voor dit kamp.
Verschillende leden van de defensie commissie van de Senaat hebben er tijdens het weekeinde hun verbazing over uitgesproken dat er zo veel onduidelijkheid bestaat over wie er in Irak nu precies verantwoordelijk is voor de gevangenkampen, voor de ondervragingen en voor eventuele mishandelingen. Republikeins senator Lindsey Graham vroeg zich af „of wij te maken hebben met een uit de hand gelopen systeem van gevangenkampen of een uit de hand gelopen systeem in het algemeen.”
Reagerend op het verhaal over de geheime SAP-eenheid zei Republikeins commissievoorzitter John Warner „dat wij niet één steen op de andere zullen laten bij het zoeken naar een antwoord op de vraag wie er verantwoordelijk is voor dit ontspoorde systeem.”
Het is opvallend dat de scherpste kritiek op de wantoestanden in Irak en op het gevangenenschandaal daar de laatste dagen van Republikeinse partijgenoten van president Bush komt en niet van de kant van de Democratische oppositie.