Kerk & religie

Lichtdragers in een donkere wereld

„Deze wereld heeft geen baat bij christenen die zich opsluiten in hun eigen kring, deze wereld heeft behoefte aan christenen die midden in deze wereld beleven wat het betekent om volgeling van Jezus Christus te zijn. Jezus zegt: „Ik bid niet, Vader, dat Gij ze uit de wereld wegneemt.” Integendeel: „Ik zend u als schapen te midden van de wolven.””

Van een medewerker
17 May 2004 10:15Gewijzigd op 14 November 2020 01:14

„De Heere dwingt ons niet in het isolement. Zo gemakkelijk en goedkoop komen wij er niet van af”, zei ds. J. Plantinga, christelijk gereformeerd emeritus predikant in Groningen, zaterdag tot de vrouwen van de Bond van Christelijke Gereformeerde Vrouwenverenigingen. De bondsdag vond dit jaar plaats in de Veluwehal in Barneveld, waar zo’n 700 leden van de aangesloten vrouwenverenigingen bijeen waren. In het programma was plaats ingeruimd voor samenzang en pianomuziek. In het middagprogramma werden schilderstukken gepresenteerd van kunstenares Anneke Kaai-van Wijngaarden. Een muziekgroepje bracht enkele liederen ten gehore.

Het thema van de dag luidde: ”Als lichtende sterren”. Ds. Plantinga sprak naar aanleiding van Filippensen 2:15. Paulus spreekt daar over „een krom en verdraaid geslacht.” „Het zou in onze tijd geschreven kunnen zijn. Dagelijks lezen wij in de krant, of zien we via de televisie over terreur, over het gebruik van verdovende middelen, over overvallen, moord, aanranding.”

De predikant benadrukte dat we niet vrijblijvend in zo’n wereld christen kunnen zijn. „Wij moeten te midden van onze vrienden, familieleden, buren en collega’s het licht van Christus laten schijnen. Het licht is er niet om onder een korenmaat te worden weggestopt, maar om op een kandelaar te worden geplaatst. Dat is niet gemakkelijk; het is veel gemakkelijker om je af te zonderen.”

Om een lichtdrager te zijn, moet er wel wat met ons leven gebeurd zijn, aldus de spreker. „Want de duisternis, het krom en verdraaid zijn, dat zit in het hart van ieder mens, ook van ieder kerkmens. Nee, uit onszelf zijn wij geen lichtende sterren. Maar als God door Zijn Geest en Woord in ons leven de lamp aangestoken heeft, dan straalt dat licht uit heel ons leven.”

De vraag: Ben ik een lichtende ster? is ten diepste de vraag: Heb ik de Heere Jezus leren kennen als de Verlosser en de Heer van mijn leven? „Dat betekent, dat er in ons leven een troonswisseling plaatsvindt. Christenen zijn geen betere mensen, maar ándere mensen; ook niet een beetje anders, maar geheel anders.”

De predikant gebruikte het beeld van de reflectors in het midden van de weg, ook wel kattenogen genoemd. Als het donker is, reflecteren ze het licht van de koplampen, zodat de loop van de weg zichtbaar wordt. „Een christen is zo’n kattenoog in het midden van deze wereld. Een christen weerkaatst het licht van het Licht der wereld: de Heere Jezus Christus. Maar je hebt het meest aan kattenogen als zij in één grote rij in het midden van de weg zijn aangebracht. Niet een enkel lichtje, we hebben elkaar nodig. Samen mogen we een spoor van licht trekken door de wereld. Zo mag de kerk met al zijn gebreken het Licht verspreiden.”

Op een vraag of het werk van de Geest tegengestaan kan worden in het vasthouden aan tradities, juist voor de jongeren in de gemeente, antwoordde ds. Plantinga dat het jonge mensen niet altijd om de vormen gaat. „Het gaat er vooral om of het echt is. Het zit niet in de vorm, ook een traditionele gemeente kan wervend zijn.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer