Kerk & religie

Eerherstel Calvijn in kwestie-Servet

Michael Servet werd op 27 oktober 1553 in Genève als ketter verbrand. Er valt nog steeds een schaduw over kerkhervormer Johannes Calvijn, omdat vooral hij verantwoordelijk zou zijn voor deze executie. Dr. F. P. van Stam onderzocht de zaak-Servet opnieuw en komt tot een heel andere conclusie.

29 March 2017 16:16Gewijzigd op 16 November 2020 10:10
Dr. F. P. van Stam: Calvijns machtspositie bij de terechtstelling van Michael Servet is een fabel. beeld RD, Henk Visscher
Dr. F. P. van Stam: Calvijns machtspositie bij de terechtstelling van Michael Servet is een fabel. beeld RD, Henk Visscher

Het is een hardnekkig beeld: Calvijn als kwade genius achter de dood van Servet. „De zestiende-eeuwse moordenaar”, noemt schrijver Guus Kuijer hem in zijn boek ”Het doden van een mens” uit 2007. „De grootayatollah van het protestantisme.”

Maar ook in serieuzere literatuur komt Calvijn er niet best af. In het naslagwerk ”Oxford Dictionary of Dates” staat bij 27 oktober dat Servet „op bevel van Calvijn” op de brandstapel terechtkwam.

Kerkhistoricus dr. Frans P. van Stam besloot alle beschikbare brieven, notulen en andere documenten rond het proces tegen en de terechtstelling van Servet opnieuw te bestuderen. Dat resulteerde in het boek ”The Servetus Case”, dat onlangs verscheen bij de wetenschappelijke uitgeverij Librairie Droz in Genève. Het boek leest een beetje als een detective waarin de zaak stukje bij beetje ontrafeld wordt.

Natuurlijk, het is niet de taak van een kerkhistoricus om een moreel oordeel te vellen over het verleden. Maar de voormalige Calvijnonderzoeker aan de Vrije Universiteit in Amsterdam kan zich nóg boos maken als de reformator groot onrecht wordt aangedaan. Met een armgebaar: „Kom op, zeg. Calvijn had op dat moment niets te bevelen. Hij stond op het punt opnieuw Genève uit te worden gegooid.”

In de drie jaren voorafgaand aan het proces regende het klachten over Calvijn en de andere predikanten, die op één na allemaal uit Frankrijk kwamen. „We zijn de klos met al die vluchtelingen”, klaagden de mensen. „Zelfs de wijn smaakt niet meer zoals vroeger.”

Veel mensen probeerden Calvijn de stad uit te werken. „Calvijn werd bijna het slachtoffer van populisme”, zegt dr. Van Stam. „Zijn machtspositie is een fabel. Die was zo ondergraven, dat Calvijn zelfs overwoog op te stappen. Op dat moment duikt Servet opeens in Genève op. Dat kan geen toeval zijn.”

Wat voor man was Servet?

„Servet was een Spaanse arts en theoloog die op wetenschappelijk gebied een beetje wild en eigenzinnig was. Servet had zich op allerlei terreinen verdienstelijk gemaakt, en hij bracht van alles op een wonderlijke manier met elkaar in verbinding. Servet koos vaak een andere weg dan de gangbare. Daar kun je respect voor hebben, maar het heeft ook iets griezeligs. Servet leek bijvoorbeeld niet door te hebben dat zijn visie op de Drie-eenheid de kern van het christelijk geloof aantastte.”

Servet loochende bijvoorbeeld de menswording van Jezus; de Heilige Geest zag hij niet als een Persoon, maar als een kracht. Servet keerde zich onder meer ook tegen de erfzonde, de kinderdoop en de rechtvaardiging door het geloof alleen.

„Servet lijkt me overigens geen onsympathieke man”, zegt dr. Van Stam. „Tijdens zijn proces stelde hij zich eerst op als een echte ”gentleman”: zelfverzekerd en humoristisch. Het is opvallend dat hij op 1 september zijn verdediging totaal veranderde: Servet koos de frontale aanval op Calvijn. Hij noemde hem een charlatan en leugenaar en vroeg de regeringsraad van Genève om Calvijn te arresteren. Op advies van theologen van andere gereformeerde stadstaten in Zwitserland veroordeelde de raad Servet uiteindelijk tot de dood.”

Misschien niet zo handig van Servet om naar Genève te komen.

„Er zijn redenen om aan te nemen –maar helemaal bewijzen kan ik het niet– dat een invloedrijke groep achter Hiëronymus Bolsec, een oude tegenstander van Calvijn, achter de komst van Servet zat. Als die de onrust in de stad verder zou aanwakkeren, kon Bolsec misschien de plaats van Calvijn innemen. In de ogen van Calvijn stond daarmee de toekomst van de gereformeerde kerk in Genève op het spel. Servet was gevaarlijk, ook in zijn kritiek op de christelijke leer.”

Waarom werd Servet ter dood gebracht en andere theologen met een afwijkende leer niet?

„Servet was als theoloog al lange tijd zeer verdacht. De reformatoren Martin Bucer, Johannes Oecolampadius en Huldrych Zwingli hadden hem in 1531 al tot persona non grata verklaard. In heel veel steden was Servet niet meer welkom.

Servet leerde bijvoorbeeld dat Jezus regelrecht uit de hemel op aarde is gekomen, en dus niet als mens is geboren. Maar, zegt Calvijn, als Hij niet een van ons is geweest, dan staat heel de verlossing op de tocht. Hier wordt aan de fundamenten van het christelijk geloof gemorreld. Misschien kunnen we dat tegenwoordig minder goed aanvoelen dan destijds.

De Rooms-Katholieke Kerk had Servet al ter dood veroordeeld. De reformator Heinrich Bullinger was daarvan onder de indruk. Hij dacht dat de gereformeerden een wit voetje konden halen bij de rooms-katholieken door hun vonnis uit te voeren.

Terechtstellingen van mensen die afweken in de leer, kwamen overigens veelvuldig voor. Wie het stempel ketter had gekregen, overleefde het niet. Dat wist Servet ook. Toen hij in 1531 een boek tegen de Drie-eenheid publiceerde, nam hij prompt de schuilnaam De Villeneuve aan. Dat hij al die tijd in de luwte wist te blijven, vind ik knap.”

Dan de schuldvraag: wie zat er vooral achter de terechtstelling?

„De rol van het stadsbestuur van Genève was erg groot. De hoogste burgerlijke rechter liet Servet arresteren, en na een kort eigen onderzoek adviseerde die het stadsbestuur om zelf een proces te starten. Calvijn mocht alleen de eerste week aanwezig zijn. Toen de problemen te groot werden, riep Genève de hulp in van de theologen van Zürich, Bern en Basel. Daarmee gaven ze het vonnis uit handen. Die kwamen unaniem tot de conclusie: terechtstellen.

Wie was er verantwoordelijk voor de dood van Servet? Aan het einde van mijn boek geef ik een aantal –subjectieve– percentages. Ik denk dat Calvijn voor 10 procent schuldig was, zijn tegenstanders voor 30 procent, de raad van Genève voor 30 procent, de gereformeerde bondgenoten 10 procent, toevallige omstandigheden 10 procent – en Servet zelf ook voor 10 procent.”

Waar bestaat die 10 procent van Calvijn dan uit?

„Hij heeft Servet aangebracht, een beleefd verzoek aan de raad om hem niet te laten lopen. Die heeft Servet vervolgens gearresteerd.

Ik zit nog wel met de vraag: waarom heeft Calvijn er niet voor gekozen om Servet gewoon weg te sturen, naar Brazilië bijvoorbeeld? Servet wilde graag naar de nieuwe eilanden. Tijdens het proces opperde hij ballingschap als een mogelijkheid. Dat heeft wel wat sympathieks, vind ik. Daarmee erkende Servet dat hij niet brandschoon was. Calvijn heeft de hele kwestie op dat punt niet goed aangevoeld.”

Calvijn had toch zijn invloed kunnen aanwenden om Servet van de brandstapel te krijgen? Hij stemde op zijn minst in met zijn dood.

„Tot die tijd was het eigenlijk geen vraag binnen de gereformeerde wereld of je andersdenkenden mocht terechtstellen. De Franse humanist Sebastian Castellio zette echter vraagtekens bij deze gedachte. Calvijn verdedigde zich echter tegen Castellio door te stellen dat de overheid een ketter ter dood mag brengen als er zulke belangrijke leerstukken als de Drie-eenheid in het geding zijn. Je mag als overheid toch niet met je armen over elkaar blijven toekijken hoe heel veel gelovigen daardoor in de war worden gebracht?

Die gedachtegang is begrijpelijk. Maar persoonlijk ben ik blij dat we daar in de loop van de tijd anders over zijn gaan denken. Nicolaas Zurkinden, een hoge Bernse ambtenaar, zei destijds terecht: „Als de overheid zich gaat bemoeien met geloofszaken worden kleine zaken vaak hoofdzaken.””

Met uw boek is Calvijn volgens u in ere hersteld?

„Ik hoop het. Ik ga op dit punt wel in tegen de hoofdstroming in de kerkgeschiedenis. Er zou al veel gewonnen zijn als mensen nog eens goed naar de zaak-Servet zouden kijken. Calvijn wordt altijd lastiggevallen in deze kwestie. De gedachte is: iemand die zo’n blunder heeft begaan, daar hoef je niet meer naar te luisteren. Maar dat verdient Calvijn niet. Hij was een heel begaafd iemand, een cultuurdrager. Het is niet goed om iemand alleen in zwarte kleuren af te schilderen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer