Verwoesting huizen als vergeldingswapen
Het Israëlische leger heeft het afgelopen weekeinde tientallen huizen in het Palestijnse vluchtelingenkamp Rafah verwoest als vergelding voor aanslagen die aan Israëlische soldaten het leven kostten.
Sinds het begin van de tweede Palestijnse volksopstand in september 2000 zijn al vele Palestijnse woningen vernield, aldus de vluchtelingenorganisatie UNRWA van de Verenigde Naties. UNRWA verzorgt sinds 1950 gezondheidszorg, onderwijs en noodhulp in Palestijnse vluchtelingenkampen in de zogenaamde bezette gebieden en de buurlanden van Israël.
Sinds 1 oktober 2000 zijn in de Gazastrook 2018 huizen vernietigd of onherstelbaar beschadigd. Daardoor raakten 18.382 mensen dakloos. In het vluchtelingenkamp Rafah alleen al werden 1309 huizen neergehaald en moesten 12.600 mensen een nieuw onderkomen zoeken. Van alle daklozen is ongeveer 85 procent vluchteling.
Het afgelopen weekeinde werden 88 huizen in Rafah verwoest. De meeste verwoestingen worden met bulldozers uitgevoerd, al omvatten de cijfers van de VN ook raketaanvallen vanuit de lucht door het Israëlische leger.
Het Israëlische leger beweert zelf geen gegevens bij te houden van de vernielingen, maar noemt de cijfers van de VN overdreven. Het Israëlische Comité tegen de Afbraak van Huizen beschouwt de cijfers van de VN als de meest betrouwbare.
Officieel houden de VN het aantal verwoestingen in de Westelijke Jordaanoever niet bij, maar er zouden alleen al tijdens een actie van het leger in het vluchtelingenkamp van Jenin in de lente van 2002 432 huizen zijn vernietigd.