„Gezinsbeleid vol tegenstrijdigheden”
Het Nederlandse gezinsbeleid staat bol van de tegenstrijdigheden. Het werken van zowel man als vrouw wordt bevorderd zonder dat er goede regelingen voor betaalbare kinderopvang en betaalde ouderschapsverloven tegenover staan.
Dat stelde prof. dr. T. Knijn, hoogleraar algemene sociale wetenschappen aan de Universiteit Utrecht, zaterdag tijdens een congres rond de Internationale Dag van het Gezin. Volgens Knijn verbazen andere Europese landen, die vaak minder rijk en minder progressief zijn, zich er vaak over dat Nederland het emancipatie- en gezinsbeleid zo slecht op orde heeft en dat in ons land relatief weinig gehuwde vrouwen werken. Ze noemde het ook tegenstrijdig dat de overheid enerzijds mensen aan werk wil helpen en anderzijds stimuleert dat ouderen langer door familie verzorgd worden.
Gezinsvorming is nodig vanwege de vergrijzing, zei Knijn. „Dat is een beetje een taboe, want ons land is echt vreselijk vol, maar toch is het noodzaak. Doordat we de zaken slecht geregeld hebben, hebben jongeren echter onvoldoende vertrouwen in de toekomst. We moeten de twintigers een signaal geven dat hun kinderen welkom zijn.”
Knijn ziet een „enorme polarisatie” ontstaan. „Veel hoogopgeleiden krijgen geen kinderen meer. Lageropgeleiden wel, de moeders blijven thuis en die gezinnen komen daardoor soms onder de armoedegrens terecht.”
Directeur F. Licher van de Directie Coördinatie Emancipatiebeleid vindt dat moeders de vrijheid moeten blijven houden om niet te gaan werken. „Maar we moeten dat niet blijven stimuleren door kostwinners een toeslag te geven zonder dat er een arbeidsplicht van hun partner tegenover staat.”
Een woordvoerster van het steunpunt bijstandsvrouwen vindt echter dat er momenteel geen echte keuzevrijheid is, doordat vrouwen die ervoor kiezen thuis te blijven economisch achtergesteld worden.
M. de Vries van de Stichting Stiefgezinnen hekelde het feit dat mensen soms geprest worden om te gaan werken. Volgens congresvoorzitter D’Ancona, oud-staatssecretaris van Emancipatiebeleid, is de huidige keuzevrijheid er de oorzaak van dat Nederland voor werkende vrouwen weinig geregeld heeft.
Volgens directeur J. Ferrier van emancipatieorganisatie E-Quality steekt Nederland het geld nu in de jeugdhulpverlening: „Kinderen die in hun jeugd slecht opgevangen zijn, komen eerder in de hulpverlening terecht.” D’Ancona: „Ik kreeg het verwijt dat ik staatsopvoeding wilde toen ik voorstelde om alle kinderen vanaf twee jaar enkele dagdelen per week naar een kinderopvang te laten gaan, onder meer om de achterstand van zwarte kinderen te verkleinen.”
Staatssecretaris Ross-van Dorp wees op het belang van opvoedings- en gezinsondersteuning. Daarvoor is dit jaar 3,4 miljoen euro beschikbaar en dat loopt op tot 15 miljoen euro in 2007.