Kinderbijslag Zeeuwse jongeren vaakst stopgezet
De Sociale Verzekeringsbank (SVB) stopt de kinderbijslag als jongeren een studiefinanciering krijgen of teveel gaan verdienen met hun bijbaantje. Dit gebeurt in Zeeland het meest.
In de provincie zijn per honderd jongeren gemiddeld 1,4 stopzettingen van kinderbijslagen. In Limburg ligt dat aantal met 0,4 stopzettingen per honderd jongeren het laagst. Dat meldde nu.nl vrijdag op basis van data die LocalFocus heeft opgevraagd bij de Sociale Verzekeringsbank (SVB).
Gemeenten waar veel kinderbijslagen worden stopgezet zijn Woudenberg (3,9 stopzettingen per honderd jongeren), Zederik (3,4), Aalburg (3,3) en Renswoude (3,1).
In 2016 is de kinderbijslag van 16- en 17-jarigen in totaal 3.490 keer gestopt, omdat ze te veel bijverdienden. Dat komt neer op bijna één stopzetting per honderd jongeren in die leeftijdscategorie.
De kinderbijslag wordt gestopt als 16- en 17-jarigen meer dan 1.265 euro per kwartaal verdienen. Voor de zomervakantie geldt een limiet van 2.564 euro. Voor kinderen van vijftien jaar is er geen inkomensgrens.
De kinderbijslag kan ook om andere redenen worden stopgezet, bijvoorbeeld als een kind recht op studiefinanciering krijgt. In acht van de tien gevallen van stopzetting is dat het geval, zo meldde de nieuwssite. Daarnaast kunnen volgens nu.nl ook vroegtijdig schoolverlaten of een verhuizing naar het buitenland redenen zijn.
Het aantal stopzettingen staat niet per se gelijk aan het aantal jongeren waarvan de kinderbijslag is stopgezet. Het kan ook zijn dat de kinderbijslag van één jongere meerdere keren is stopgezet.