Aegon onderuit in negatieve AEX
De AEX-index in Amsterdam is vrijdag met een verlies de handel uit gegaan. Ook elders in Europa kleurden graadmeters overwegend rood. Aegon was op het Damrak een opvallende daler, nadat de verzekeraar in zijn jaarverslag neerwaartse bijstellingen had gerapporteerd.
De AEX-index eindigde met een min van 0,2 procent op 511,53 punten. De MidKap steeg 0,2 procent tot 739,56 punten. De hoofdgraadmeters in Parijs en Londen verloren tot 0,2 procent. Frankfurt eindigde 0,2 procent hoger.
Aegon was veruit de sterkste daler onder de hoofdfondsen met een verlies van 5,2 procent. In het jaarverslag verlaagde Aegon de solvabiliteitsratio, ofwel de mate waarin een bedrijf in staat is om aan zijn financiële verplichtingen te voldoen. Ook andere financiële fondsen stonden onder druk. Zo leverden ABN AMRO en ING tot 1,3 procent in.
Kabelaar Altice en chipmachinemaker ASML voerden de AEX aan met plussen van respectievelijk 2,9 en 2,3 procent.
AkzoNobel verloor 0,3 procent. De grootste aandeelhouders van het verf- en chemieconcern dreigen in opstand te komen tegen de aanhoudende weigering van de top van het bedrijf om te praten met de Amerikaanse belager PPG Industries. AkzoNobel wees inmiddels twee keer avances van PPG af.
Ahold Delhaize (min 0,4 procent) liet weten zijn strategie in België onder de loep te nemen. Het supermarktconcern bekijkt in de eerste helft van 2019 of het zijn merken Albert Heijn en Delhaize in België kan samenvoegen. Daarbij lijkt Albert Heijn de logische kandidaat om eventueel te verdwijnen.
In de MidKap sprong de koerswinst van ASM International (ASMI) van 4,6 procent in het oog. De toeleverancier aan de chipindustrie maakt op verzoek van aandeelhouders een eventuele verkoop van het belang dat het houdt in ASM Pacific Technology bespreekbaar. Momenteel heeft ASMI krap 40 procent in handen van het bedrijf uit Hongkong dat machines maakt voor de assemblage en verpakking van chips.
In Frankfurt was chipconcern Infineon een opvallende stijger. Het Duitse bedrijf is positiever geworden over het lopende kwartaal en het gehele boekjaar en werd door beleggers ruim 9 procent hoger gezet.
De euro noteerde 1,0806 dollar, tegen 1,0786 dollar bij het Europese slot een dag eerder. De prijs van een vat Amerikaanse olie steeg 0,3 procent tot 47,86 dollar en Brentolie werd 0,2 procent duurder op 50,68 dollar per vat.