„RMU hanteert klein poldermodel”
Het is moeilijk om als vakorganisatie de belangen van zowel werkgevers als werknemers te behartigen. Dat levert in de praktijk veel vragen op.
Dat zei directeur P. Schalk vrijdagavond tijdens de 21e algemene ledenvergadering van de Reformatorisch Maatschappelijke Unie (RMU) in Veenendaal. „De spanning breekt nog wel eens door te stellen dat de RMU het poldermodel in het klein hanteert.”
Het dilemma kwam naar voren tijdens een minidebat, waarin de vraag centraal stond op welk moment de RMU faillissement voor een bedrijf moet aanvragen. Het bedrijf in de casus had een maand de lonen niet betaald.
Van de aanwezige leden koos het grootste gedeelte ervoor om faillissement aan te vragen. Volgens deze groep trekt dit bedrijf een spoor van ellende achter zich aan. Door te wachten met een aanvraag stapelen de problemen zich alleen maar verder op. Werknemers kunnen maximaal drie maanden gemist loon krijgen bij het begin van een werkloosheidsuitkering.
Volgens Schalk vraagt de RMU niet zomaar een faillissement aan. „Daar gaat een lange periode van besluitvorming aan vooraf. Het betekent wel het einde van de onderneming. We zoeken echter wel het recht, ook al kan dat voor een partij pijnlijk zijn.”
Het aantal hulpvragen van leden nam in het afgelopen jubileumjaar -de RMU vierde vorige week haar twintigjarig bestaan- verder toe. De RMU merkt dat door de lagere economische groei de werkloosheid toeneemt.
Voor 2004 gaat de vakorganisatie uit van een verdere stijging van het ledenaantal, dat nu rond de 15.500 schommelt. Speerpunt in 2004 is de verdere vergroting van de professionaliteit. Volgens secretaris A. van Stuijvenberg kan de RMU „niet op haar lauweren gaan rusten. De leden mogen kwaliteit verwachten. Dat betekent dat we ook zakelijker worden. We kunnen bij een groeiend aantal leden niet op elke kik reageren. Het is noodzakelijk om prioriteiten te stellen.”
De vergadering benoemde penningmeester H. de Pagter als erelid. Het bestuurslid nam na tien jaar afscheid.