Het nieuwe kabinet moet de woningmarkt aanpakken
Altijd spannend, zo’n nieuw kabinet. Welke besluiten zal het gaan nemen? Wat mij betreft mag het in ieder geval de woningmarkt fors hervormen.
Er zijn veel zaken op de woningmarkt nog niet goed geregeld. Nu de verkopen en de prijzen fors aantrekken, lijkt alles weer prima te functioneren; maar schijn bedriegt. Het succes van de woningmarkt is er vooral voor bepaalde doelgroepen en in slechts een deel van Nederland. Er ligt hier een duidelijke taak voor het nieuwe kabinet.
Als eerste mag het van mij de hypotheekrenteaftrek nu echt afschaffen. Uiteraard met compensatie in de belasting. Het is nu een zeer geschikt moment.
Het doel van de hypotheekrenteaftrek is het bevorderen van het bezit van een koopwoning. Wat mij betreft hoeft dit echter niet meer gestimuleerd te worden. Voorts is het zo dat je beter de hypotheekrenteaftrek kunt afschaffen als de rente laag is – en laat-ie dat op dit moment zijn! De politiek hoeft weinig te compenseren, door belastingverlagingen, en de schade voor de samenleving is klein. Veel mensen hebben inmiddels een renteverlenging gehad en profiteren van de lage rente.
Verder zouden starters betere toegang moeten krijgen tot de woningmarkt. Starters krijgen niet snel een vast arbeidscontract en hebben vaak weinig spaargeld. Vroeger kon je alle kosten meefinancieren met de hypotheek, maar tegenwoordig moet je de kosten koper uit eigen spaargeld betalen. Regelmatig duiken er plannen op om te verplichten nog meer eigen spaargeld in te leggen. Ook is de afgelopen jaren voorgesteld om fiscaal vriendelijk te sparen voor de woning mogelijk te maken, het zogenoemde bouwsparen, wat in andere landen heel gebruikelijk is.
Als de overheid niet dit soort stimulansen creëert, zal het steeds bepalender worden of je uit een al dan niet vermogende familie komt. Op termijn wordt kopen dan een luxe. Ik zie die trend nu al ontstaan. Ouders met vermogen helpen hun kinderen aan een woning en kinderen van minder vermogende ouders kunnen vaak niet kopen.
De arbeidsmarkt maakt kopen er ook niet gemakkelijker op. Werkgevers zijn heel voorzichtig met het verstrekken van een vast contract. Werknemers met een vast contract zijn namelijk erg goed beschermd en kunnen niet zomaar ontslagen worden. Het resultaat is dat werkgevers zo lang mogelijk wachten om een vast contract aan te bieden. Veel mensen kunnen daardoor lastiger kopen. Bij veel wisselende contracten wil een bank niet altijd een hypotheek vertrekken. De paradox is dat de strengere regels zijn ingevoerd om de arbeidsmarkt minder flexibel te maken, maar het resultaat is dat de arbeidsmarkt nóg flexibeler is geworden.
Ook kampt Nederland met een sterk verouderde woningvoorraad. Omdat het een stuk ingewikkelder is om verbouwingen in de hypotheek mee te financieren, zie je dat veel kopers een woning zoeken die helemaal af is. Het gevolg is dat er een grote vraag is naar volledig gerenoveerde woningen. Kluswoningen zijn minder in trek.
Ten slotte hebben ouderen de wens om langer thuis te wonen. Dat betekent dat woningen levensloopbestendiger moeten worden. Vaak hebben ouderen enorme overwaardes op hun huis, maar kunnen ze die niet benutten om de woning aan te passen aan hun oudere leeftijd.
Hopelijk neemt het nieuwe kabinet afscheid van het beleid van de afgelopen jaren en gaat het echt een integrale visie op de woningmarkt ontwikkelen.
De auteur is master of financial planning. Reageren? financieel@refdag.nl