Werknemers Oost-Europa toch snel de landbouw in
Werknemers uit Midden- en Oost-Europa kunnen deze zomer mogelijk toch versneld aan de slag in de land- en tuinbouw. Het kabinet stelt wel een voorwaarde: eerst moeten het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI) en LTO Nederland afspraken maken om meer Nederlandse werknemers, onder wie bijstandsgerechtigden, aan het werk te helpen.
Als dit lukt, kunnen werkgevers in de tuinbouw eenmalig tussen 1 juni en 1 september versneld een zogeheten tewerkstellingsvergunning krijgen voor werknemers uit Midden- en Oost-Europa. Het kabinet wil daarmee het dreigende tekort aan personeel in de sector tegengaan. Bepaalde andere beroepsgroepen konden al eerder een versnelde werkvergunning krijgen als zij een aantoonbaar tekort aan Nederlandse werknemers hadden.
De ministerraad heeft vrijdag met dit besluit ingestemd op voorstel van staatssecretaris Rutte van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De Kamer had in een motie gevraagd om ook in de landbouw personeel uit Midden- en Oost-Europa versneld toe te laten. Het besluit geldt voor de open teelt, dus niet voor glastuinders. Voorwaarde voor de vergunning is dat het personeel voor 1 september is begonnen. De vergunningen gelden zolang het seizoenswerk duurt, met een maximum van twee maanden.
Vice-premier Zalm zei na afloop van het kabinetsberaad dat LTO en de gemeenten het snel moeten gaan regelen. Er zijn 400.000 bijstandsgerechtigden waaruit zij kunnen putten. In de nieuwe wet Wet werk en bijstand, die 1 januari in werking trad, staat dat bijstandsgerechtigden niet alleen werk moeten aannemen dat bij hun opleiding en ervaring past, maar ook algemeen geaccepteerd werk. Bovendien neemt de werkloosheid toe, waardoor bedrijven meer mensen kunnen werven. Toch dreigt deze zomer nog een tekort, constateerde het CWI.
Er werken al mensen uit onder meer Polen in ons land, maar die hebben de normale procedure om een vergunning te krijgen doorlopen. Met deze versnelde procedure kunnen werkgevers tijdelijke tekorten in het seizoen opvangen.
LTO-Nederland had aangedrongen op een verruiming van de toelatingsregels. Een woordvoerder van de landbouworganisatie noemt het „een goede zaak dat het kabinet deels terugkomt op een eerder besluit.” Wel ziet hij praktische haken en ogen zitten aan de korte termijn waarin gemeenten en LTO afspraken moeten maken. Ook vindt de landbouworganisatie het jammer dat de glastuinbouw niet profiteert en dat het gaat om slechts twee maanden.
Volgens LTO is nog niet duidelijk wat de afspraken precies inhouden. Binnenkort volgt overleg met het ministerie van Sociale Zaken.