Grappen en tranen bij afscheid 71 Kamerleden
De Tweede Kamer heeft woensdag afscheid genomen van de 71 parlementariërs die niet terugkeren na de verkiezingen. Met een persoonlijke boodschap, anekdotes en grappen van Kamervoorzitter Khadija Arib werd iedereen uitgezwaaid.
PvdA’er Arib moest vooral van veel partijgenoten afscheid nemen. Van de 35 leden die haar fractie voor de verkiezingen nog telde, keren er voorlopig maar drie terug. Voor alle vertrekkende Kamerleden was er niet alleen een speech, maar ook een bos bloemen en schouderklopjes van collega’s.
Enkele Kamerleden hielden het niet droog, maar er was ook ruimte voor anekdotes en grappen over de scheidende parlementariërs. Zo roemde Arib Marith Volp (PvdA) om haar medische kennis - Volp is huisarts - en hoe ze die in de Kamer enkele keren inzette toen een collega onwel werd. De boomlange SP’er Eric Smaling werd omschreven als de „Grote Vriendelijke Reus van de Tweede Kamer”. „Als u alleen al dreigde op te staan renden de bodes naar het spreekgestoelte om het hoger te zetten.”
De Kamerleden deelden volgens Arib vaak jarenlang lief en leed, maar PvdA’ers Jeroen Recourt en Sjoera Dikkers gingen daarin heel ver. Zij raakten in de Kamerbankjes verliefd en zijn inmiddels getrouwd. „We dachten dat u allebei op werkbezoek was, maar dat bleek toch anders”, herinnerde Arib zich.
Onder de 71 vertrekkers zijn acht Kamerleden die zich tussentijds afsplitsten van hun fractie. Arib zinspeelde erop dat die versplintering de voorzitter heel wat kopzorgen bezorgde. Ze dankte VVD’er Ybeltje Berckmoes, die vlak voor de verkiezingen ruzie kreeg met haar partij, dan ook dat zij toch als VVD-fractielid de rit uitzat.
Voor de meeste Kamerleden was Arib royaler met complimenten, al spaarde ze hen ook niet. Zo waste ze Henk van Gerven (SP) nog even de oren om diens drammerigheid.
Twaalf van de vertrekkers werden geridderd. Nestor Harry van Bommel bedankte voor de eer, maar feliciteerde zijn onderscheiden collega’s. Zo’n onderscheiding staat immers „bijzonder, met name in overlijdensadvertenties”, moest de SP’er toegeven.
Van Bommel constateerde halverwege zijn Kamertijd nog dat een oppositielid niets gedaan kreeg, maar moest daarop volgens Arib terugkomen. Zo keerde hij zich met succes tegen de Europese grondwet, „een machtig gevoel”.