Dijsselbloem betreurt ophef om uitlatingen
Eurogroepvoorzitter Jeroen Dijsselbloem betreurt het dat aanstoot is genomen aan een opmerking van hem. In een interview met een Duitse krant had hij erop gewezen dat solidariteit tussen landen samengaat met de verplichting om de begroting op orde te maken: „Ik kan niet al mijn geld aan drank en vrouwen uitgeven om daarna om hulp te vragen.”
Hij wees woensdag op zijn „Nederlandse directheid”, die niet altijd wordt gewaardeerd en begrepen. „Als mensen daar aanstoot aan nemen, dan spijt me dat.” Hij ziet zijn positie als voorzitter niet in geding.
Vooral uit Zuid-Europese landen, die financiële steun krijgen van de rijkere Noord-Europese landen, is de kritiek op Dijsselbloem fel en wordt zijn aftreden geëist.
De eurogroepvoorzitter vindt het heel onfortuinlijk dat de link is gelegd tussen Zuid- en Noord-Europa en zijn uitspraak dat solidariteit gepaard moet gaan met het nakomen van regels en afspraken. „Het is niet zo dat dat alleen voor het zuiden geldt, maar dat geldt voor alle landen.”
Ook benadrukt hij dat zijn uitspraak niet op het verleden was gericht, maar vooral naar de toekomst. Als we de eurozone bijeen willen houden en versterken is het belangrijk dat iedereen zich aan de financiële spelregels houdt, aldus Dijsselbloem.