Deur AkzoNobel blijft gesloten voor PPG
AkzoNobel heeft een verbeterd overnamevoorstel van PPG Industries resoluut van de hand gewezen. Door het hogere bod neemt wel de druk op het verf- en chemieconcern toe om met zijn Amerikaanse branchegenoot in gesprek te gaan.
PPG is nu bereid in plaats van 83 euro, 90 euro per aandeel neer te tellen, waarvan 57,50 euro in contanten. In totaal komt dat neer op 22,7 miljard euro. Na aftrek van het slotdividend van 1,28 euro per aandeel dat de aandeelhouders nog tegoed hebben, komt de biedprijs op 88,72 euro.
AkzoNobel blijft van mening dat de geboden prijs veel te laag is. Zelf denkt het bedrijf zijn aandeelhouders minstens zoveel waar voor hun geld te kunnen geven. Het kondigde na het eerste bod van eerder deze maand al aan dat gewerkt wordt aan een mogelijke opsplitsing.
Daarbij zouden de chemietak en de divisie die verf en coatings maakt elk hun eigen weg gaan, met betere groeiperspectieven tot gevolg. Volgens topman Ton Büchner hebben zich al meerdere partijen gemeld met belangstelling voor de activiteiten op het gebied van speciaalchemie.
Gezien de overlap tussen beide ondernemingen vreest AkzoNobel daarnaast grote gevolgen voor de werkgelegenheid. Verder stipt AkzoNobel aan dat bij een fusie met PPG waarschijnlijk grote delen van het gecombineerde bedrijf verkocht zouden moeten worden om mededingingsbezwaren weg te nemen.
Demissionair minister van Economische Zaken Henk Kamp sprak zijn waardering uit voor de krachtige opstelling van AkzoNobel tegen het ongevraagde overnamebod van PPG. Hij vindt dat terecht de belangen van werknemers en klanten zijn meegewogen.
Investeerder Elliott Advisors, met een belang van 3 procent een van de grotere aandeelhouders, wil dat AkzoNobel wel in gesprek gaat met PPG. Ook de Vereniging van Effectenbezitters (VEB) deed een oproep van die strekking.
PPG liet weten AkzoNobel herhaaldelijk, maar vergeefs te hebben uitgenodigd om te praten. Het bedrijf staat nog altijd open voor overleg.